1463 januari 3

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo secundo

Godefridus vander Aelsvoert en Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Jacobus Ven, aan Gerardus de Meenlaer, zoon van wijlen Henricus, en aan Henricus vander Stappen, zoon van wijlen Johannes vander Stappen, overgedragen heeft een erfcijns van 6 £ uit het huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 9 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats Aenden Borne tussen het erfgoed van Henricus vanden Acker aan een zijde en het erfgoed van Aleydis, weduwe van Johannes de Esch, en haar kinderen aan de andere zijde, welke cijns Rodolphus van Hubertus, zoon van wijlen Daniel vanden Acker, gekocht had.
Dorsaal: Sedt te boeck Adriainen die (?) als recteur des altars sinte Willebroetz inden kercken vanden begynen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0649

1463 januari 26

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo

Godefridus vanden Aelsvoert en Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Bertramus, zoon van wijlen Johannes Bartrams, aan Henricus, natuurlijke zoon van wijlen magister Bernardus de Loen, priester, overgedragen heeft een huis en de 2 kamers, die vroeger van Katherina, dochter van wijlen Johannes Hals, zoon van wijlen Johannes Femyen soen, waren in de straat achter de toren van de Sint-Jan, welk huis en kamers Bertramus van heer Henricus de Eyck, priester, verkregen had, en dat Bernardus beloofd heeft dat als er gevonden wordt dat er uit dit huis meer betaald moet worden dan de grondcijns en een cijns van 5 £ aan het leprozenhuis Ter Eyndonc hij dit voor zijn rekening zal nemen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0650

1463 januari 26

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo

Godefridus vander Aelsvoert en Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat frater Goeswinus de Herentals, prior van het convent der Predikheren in Buscoducis, afstand heeft gedaan van het huis en de 2 kamers en alle rechten daarop, die vroeger van Katherina, dochter van wijlen Johannes Hals, zoon van wijlen Johannes Femyen soen, waren in de straat achter de toren van de Sint-Jan, welk huis en kamers Bertramus, zoon van wijlen Johannes Bertrams, vandaag aan Henricus, natuurlijke zoon van wijlen magister Bernardus de Loen, priester, had overgedragen.
Zegels: beide kleine fragmenten.
Nummer: 0651

1463 januari 26

anno Domini miliesimo quadrigentesimo sexagesimo secundo

Bartramus, zoon van Godefridus de Hedel, en Joahnnes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus de Deyl, zoon van wijlen Otto, wettige echtgenoot van Heilwig, dochter van wijlen Jacobus Ben, aan Johannes Heer, zoon van wijlen Godefridus Heer, slager, overgedragen heeft een erfcijns van 3 £ uit het huis, erf, hof en stuk aangrenzend land, 6 vatzaten groot, in de parochie Scynle op de plaats Aenden Borne aan beide zijden tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van wijlen Nycolaus Hagens, welke cijns Nycolaus de Deyl van Rodolphus Ben, zoon van wijlen Jacobus Ben, verkregen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0652

1463 januari 28

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo

Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat frater Ghiselbertus Brenthens, zoon van wijlen Johannes Brenthens, zoon van wijlen Johannes Brenthens, kloosterling van het convent der Predikheren in Den Bosch, met uitdrukkelijke toestemming van frater Goeswinus de Herentals, prior van dat convent, aan Martinus de Amstel, zoon van wijlen Henricus, zijn zwager, heeft overgedragen de helft van een huis erf en hof in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Jacobus de Kessel aan een zijde en het erfgoed van Johannes Noyen aan de andere zijde, welk huis, erf en hof Johannes Brenthens, zoon van wijlen Johannes Brenthens, van Johannes, zoon van wijlen Martinus Aleyten de Westerhoven, verkregen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0653

1463 februari 1

Acta in domo habitacionis ... testatoris ... in aggere Vuchtensi

Hermannus Pieck, priester, vicecureit van de Sint-Jan oorkondt een extract uit het testament van Johannes, zoon van wijlen Laurencius vanden Bredeacker, burger van de stad Den Bosch, waarin deze het volgende heeft vermaakt:
  1. de kerkfabrieken van de Saint-Lambert in Luik, de Sint-Jan en Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan elk 1 stuiver meteen na de dood van de erflater,
  2. de fabriek van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan een half mud rogge, welk men de erflater verschuldigd is uit een huis, erf en andere erfgoederen in de parochie Ghestel bij Heerlaer op de plaats Thede,
  3. de fabriek van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan een erfcijns van 1 £ uit een huis, erf en hof op de Vuchterdijk tussen de 2 stadspoorten, beide meteen na de dood van de erflater,
  4. de voornoemde fabriek van Onze-Lieve-Vrouw een erfpacht van een halve mud rogge uit een huis, erf, hof en aangrenzende akker in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Ganspoel meteen na de dood van de erflater en Hillegondis, diens vrouw.
Met als getuigen: heer Aelbertus Zeeldreyer, priester, Matheus vander Heyden, Arnoldus Arnoldi en Johannes Waltgheri, leken.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1302

1463 februari 1

Acta in domo habitacionis ... testatoris ... in aggere Vuchtensi

Hermannus Pieck, priester, vicecureit van de Sint-Jan oorkondt een extract uit het testament van Johannes, zoon van wijlen Laurencius vanden Bredeacker, burger van de stad Den Bosch, waarin deze het volgende heeft vermaakt:
  1. de kerkfabrieken van de Saint-Lambert in Luik, de Sint-Jan en Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan elk 1 stuiver meteen na de dood van de erflater,
  2. de fabriek van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan een half mud rogge, welk men de erflater verschuldigd is uit een huis, erf en andere erfgoederen in de parochie Ghestel bij Heerlaer op de plaats Thede,
  3. de fabriek van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Jan een erfcijns van 1 £ uit een huis, erf en hof op de Vuchterdijk tussen de 2 stadspoorten, beide meteen na de dood van de erflater,
  4. de voornoemde fabriek van Onze-Lieve-Vrouw een erfpacht van een halve mud rogge uit een huis, erf, hof en aangrenzende akker in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Ganspoel meteen na de dood van de erflater en Hillegondis, diens vrouw.
Met als getuigen: heer Aelbertus Zeeldreyer, priester, Matheus vander Heyden, Arnoldus Arnoldi en Johannes Waltgheri, leken.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1302

1463 februari 28

Acta ... Rome in domo habitacionis mei

Notaris N.N. instrumenteert dat Johannes Steenwinckel, clericus van Cameracensum, magister in de vrije kunsten en schrijver in het Apostolisch Registrum Supplicationum voor hem is verschenen en die ziin volgende besluiten heeft laten registeren:
  1. Zonder de aanstelling van eerder door hem gekozen procureurs te herroepen, heeft hij tot zijn wettige procureurs aangesteld de heren: Johannes de la Costernee, deken van de Sint-Jacob te Leuven, Johannes vander Straten, deken van de Sint-Jan, magister Judocus Bouchout, priester van Cameracensum, Reynerus de Sepe van Mechelen, clericus Cameracensum, Jacobus Quisthout, priester van Leodium, en Radulphus de Ligno, leek, eveneens uit het bisdom Leodium.
  2. Hij heeft de wijze waarop zij te werk moeten gaan nader geregeld met de opdracht om voor hem de Sint-Petrus- en Pauluskapel, die de paus hem geschonken heeft, in ontvangst te nemen, welke kapel door de dood van Emundus Garleni vacant is geworden.
  3. Zij moeten namens hem aan de bisschop van Luik vragen hem in het volle bezit van die kapel te stellen en van alles wat daartoe behoort.
  4. Zij moeten ook zijn rechten met alle middelen verdedigen en daarvoor de nodige kosten maken; over die kosten moeten ze verantwoording afleggen.
  5. Zij mogen, indien nodig, hun taak weer toevertrouwen aan anderen en hen dezelfde volmacht geven.
  6. Alles moet geschieden als wanneer de heer aansteller van de procureurs persoonlijk de opdracht zou uitvoeren.
Met als getuigen: Petrus Vaga, cantor ecclesie Legioniensium, en Francisco Martini, clericus van Seguntium.
N.B.: Het onderste gedeelte van de akte met daarop vrijwel het gehele signet is afgesneden.
Nummer: 1519

1463 februari 28

  1. In nomine Domini. Amen. Noverint universi et singuli hoc presens publicum
  2. instrumentum inspecturi pariter et audituri, quod anno a Nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio, indictione
  3. undecima, die vero lune vicesima octava mensis februarii, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pii, divina
  4. providencia pape secundi anno quinto, in mei notarii publici testiumque infrascriptorum ad hoc vocatorum et rogatorum presencia personalite
  5. constitutus honorabilis vir, dominus Johannes Steenwinckel, clericus Cameracensis diocesis, magister in artibus et in Registro Supplica-
  6. tionum Apostolico prefati sanctissimi domini nostri pape scriptor, ex eius certa scientia et spontanea voluntate, citra tamen quorumcumque procuratorum
  7. suorum, per eum hactenus constitutotum revocationem, fecit, constituit, creavit, nominavit et solemniter ordinavit suosuveros, certos,
  8. legittimos et indubitatos procuratores, actores, factores et negotiorum suorum infrascriptorum gestores ac nunitios speciales et generales, ita
  9. tamen, quod specialitas generalitati non deroget nec e contra, videlicet venerabiles et discretos viros et dominos, dominum Johannem de la
  10. Costernee, decanum Sancti-Jacobi Lovaniensis, in decretis licentiatum; dominum Johannem van der Straten, decanum ecclesie Sancti-Johannis-Evangeliste
  11. Buschiducensis; magistrum Judocum Bouchout, presbiterem Cameracensis diocesis studentem Lovaniensem; Reynerum de Sepe de Mechlinia,
  12. clericum Cameracensis diocesis; et dominum Jacobum Quisthout, presbiterem Leodiensis diocesis; ac Radulphum de Ligno, laicum etiam Leodiensis diocesis,
  13. absentes tamquam presentes et quemlibet eorum in solidum, ita tamen, quod non sit melior condicio primitus occupantis, nec deterior subse-
  14. quentis, sed quod unum ipsorum inceperit alter eorum prosequere, mediare et terminare valeat et finire, scilicet specialiter ac expresse
  15. ad prosequendum nomine dicti domini constituentis et pro eo quandam gratiam sibi per prefatum dominum nostrum papam factam de capella
  16. Sanctorum Petri et Pauli apostolorum opidi Buschiducensis, Leodiensis diocesis, de qua per obitum quondam Emundi Garleni, illius dum
  17. viveret rectoris et possessoris, apud Sedem Apostolicam defuncti, vacante, auctoritate apostolica provisuti vetitus, prout in litteris apostolicis desuper confectus
  18. et processionibus desuper fulminatis plenius continetur, litterasque ipsas et processus predictos, reverendo in Christo patri et domino episcopo Leodiensi eiusque
  19. in spiritualibus vicario et officiali generali, omnibusque aliis et singulis, quorum interest vel intererit aut interesse poterit quomodolibet in futurum,
  20. presentandum, intimandum, insinuandum et notificandum seu presentari, intimari et insinuari et notificari et executioni demandari, seque
  21. nomine quo supra in corporalem, realem et actualem possessionem capelle predicte, juriumque et pertinentiorum omnium eiusdem imponi et
  22. induci ac inductum defendi et quemlibet detentorem ab eadem capella amovendi, seque nomine predicto ad huiusmodi capellam, ut
  23. est moris, admitti petendum, faciendum, requirendum et obtinendum, ipsiusque possessionem intrandum, apprehendendum
  24. capiendum, tenendum, manutenendum et defendendum, necnon dictam capellam secundum eius exigentiam regendum
  25. et gubernandum regique et gubernari ac illi in divinis deservire petendum et faciendum, fructus quoque, redditus et proventus
  26. jura, obvenciones et emolumenta quecumque capelle huiusmodi, juriumque et pertineritium predictorum exigendum, levandum et recipiendum, recu-
  27. perandum, amendandum et ad firmam seu annuam pensionem dandum et concendendum ad tempus et tempora persone seu personis,
  28. pretio seu preciis quibus et pro quibus dictis procuratoribus et eorum cuilibet placuerit et videbitur expedire, et de habitis,
  29. levatis, receptis et recuperatis premissorum occasione finem et quitanciam dandum et absolvendum cum pacto etiam solemni
  30. et expresso ob rem receptam, habitam et recuperatam ulterius non petendo, et si necesse fuerit pro promissis omnibus et singulis ac
  31. eorum occasione pro dicto domino constituente et eius nomine coram quibuscumque judicibus ecclesiasticis et secularibus quacumque auctoritate fungentibus
  32. comparendum, agendum et defendendum libellum seu libellos et quascumque aliasque objec sias verbo vel in scriptis dandum et offerendum, repli-
  33. candum, duplicandum, triplicandum et si necesse fuerit quadruplicandum, litem seu lites comtestandum et contestari videndum, de calumpna
  34. vitanda et virtute dicenda eorumlibet alterius generis juramentum nomine reverendi constituentis prestandum, ponendum, articulandum
  35. positionibus et articulis partis adverse respondendum et suis responderi petendum, testesque ipsa justicia et modum probationis producendum
  36. et super predictis ex adverso jurare videndum contra testes et eorum dicta ac litteras, acta, instrumenta et alia munimenta que ipsum dominum constituentem
  37. producta et producenda dicendum et excipiendum, crimina et defectus opponendum, reprobandum, pro testandum, allegandum, declarandum, ?
  38. absolutionis semper et ad cautelam ac testitutionem petendum et obtine dum judicis officium implorandum, expensa, dampna et
  39. interesse petendum et taxan videndum, et super ipsis jurandum, in causa seu causis concludendum et concludi videndum et petendum,
  40. interlocutiones et diffinitivas sententias audiendum et ferri videndum et petendum et ab eis et eorum qualibet seu quolibet alio grava-
  41. mine illato vel inserendo, provocandum et appellandum et causam seu causas ac negotium huiusmodi ad Romanam Curiam devolvendum et
  42. devolvi petendum, provocationes et appellationes huiusmodi prosequendum, presentandum, insinuandum et notificandum, apostillos semel et pluries
  43. ac instanter, instancius et instantissime petendum et obtinendum, unum quoque vel plures procuratorem seu procuratores loco suo simili
  44. vel limitata potestate substituendum et eum vel eos revocandum et destituendum quocies eis vel eorum alteri visum fuerit
  45. expedire positi in procuratorio nichilominus in suo robore manentis. Ergo ad omnia et singula faciendum, dicendum, gerendum et
  46. procurandum et exercendum que ipsemet dominus constituens faceret, disceret, gereret, petret et exerceret si in premissis omnia et
  47. singula personaliter interesset, etiam si talia fortuna qua in judicio est expressu, promittens idem
  48. dominus constituens michi notario publico infrascripto tamquam publice persone recipievit et stipulavit vice et nomine omnium et singulorum quorum
  49. interest vel intererit se ratum, gratum et securum perpetuo habitum totum predictos suos procuratores vel eorum substitutos
  50. seu aliquem eorum actum, dictum, gestum, tractatum aut factum fuerit in premissis seualiis quomodolibet projuratum ab omni onere satisdandi
  51. relevare et nichilominus judicio sisti et judicatum solvi sub ypotecha et obligatione omnium bonorum suorum mobilium et immobilium, presentium
  52. et futurorum, et sub omni juris et facti renunciacione ad hec necesssaria et cautela. De et super quibus omnibus et singulis idem
  53. constituens per me notarium publicum infrascriptum sibi facere petiit unum vel plura instrumentum et instrumenta publicum seu publica.
  54. Acta fuerunt hec Rome in domo habitationis mei notarii infrascripti sub anno, indictione, die, mense et pontificatu quibus supra,
  55. presentibus ibidem venerabilibus viris dominis Petro Vacca cantore ecclesie Legoniensis et Francisco Martini, clerico Seguntium, testibus ad
  56. vocatis specialiter habitis et rogatis.
Nummer: 1519

1463 maart 3

Acta ... in camera bassa domus inhabitacionis dicti testatoris ... supra cimiterium ... ecclesie sancti Johannis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van heer Mathias Cox, kanunnik van de Sint-Jan, waarin deze de volgende bepalingen heeft opgenomen:
  1. Hij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van Luik 1 maal ½ peter na zijn dood.
  2. Hij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van de Sint-Jan 1 maal 2 peters.
  3. Hij heeft gelegateerd aan de kapelaans die de zielzorg in die kerk hebben voor ieder van hen 1 maal ½ peter opdat zij het jaar volgend op de dood van de erflater zijn naam noemen in de lijst met namen van de doden.
  4. Hij heeft gelegateerd aan de kosters van die kerk samen 1 maal ½ peter.
  5. Hij heeft gelegateerd aan Hermannus Pieck, zijn biechtvader 1 maal 1 peter.
  6. Hij heeft gelegateerd aan elk van de bedelorden 1 maal 1 peter en hij wil dat ze zijn naam in hun memorieboek opschrijven en voor hem bidden.
  7. De erflater wil dat zijn uitvaart op fatsoenlijke wijze geschiedt, zonder lijkstatie namelijk met een half zwart wit laken of op de manier die het meest voordelig is met 18 waskaarsen, die elk 3 pond zullen wegen waarvan er 1 voor de investiet is.
  8. Vervolgens heeft heer Mathias naast andere legaten, die in het gehele testament vermeld staan, alles wat overblijft van zijn roerende en onroerende goederen, vorderingen, huisraad en juwelen, overgedragen aan zijn executeurs. Het huis, erf en hof van de erflater, waarin hij tegenwoordig woont, kunnen ze met alle goederen die zich daar na zijn dood bevinden, en waarover hij niet beschikt heeft, na zijn dood verkopen en van de opbrengst daarvan kunnen zij beschikken voor het zieleheil van de erflater, namelijk 1 helft gaat naar de arme bloedverwanten van de erflater, welke helft de erflater die zelfde armen volgens de beschikking van zijn executeurs gelegateerd heeft en voor de andere helft hij heeft in geweten opgelegd om te voldoen aan de armen van Christus en godsdienstige instellingen.
  9. Vervolgens heeft de erflater aan zijn executeurs alle volmacht gegeven om zijn huis, erf en hof te verkopen en over al zijn andere goederen te beschikken, overeenkomstig de vorm van de kanselarij van de stad Den Bosch.
  10. Als executeurs heeft hij gekozen Johannes de Platea, deken, magister Mathias de Gompel, kanunniken van de Sint-Jan, Aelbertus Lonys, investiet van de parochiekerk van Empel, magister Martinus de Rode, licentiaat in de rechten, Nicholaus de Bochoven, wapendrager van het bisdom Leodium, en Sophia, zijn zus, als ze erbij kan zijn en wil zijn.
  11. De erflater heeft aan elk van de executeurs geschonken 1 nobel van Engeland en 1 zilveren lepel van 2 met ½ loot.
  12. In het geval dat een van de executeurs intussen sterft kunnen de overlevende executeurs een andere geschikte executeur in zijn plaats aanwijzen.
Met als getuigen: heer Paulus de Rode, Goeswinus Anselmi de Gemart, kapelaans in dezelfde kerk, die een eeuwig beneficie hebben en Theodericus Odynck de Borken, priester van dezelfde kerk.
N.B.: Deze akte is beschadigd.
Nummer: 1790

1463 maart 8

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo secundo

Henricus Dicbier en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus, Henricus en Ghiselbertus, broers, kinderen van wijlen Engbertus, zoon van wijlen Ghiselbertus die Zeger, aan Marcelius de Ekart, bontwerker, zoon van wijlen Marcelius, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £ uit het huis, erf en hof in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van het ziekenhuis dat wijlen Reynerus de Arkel gesticht had aan een zijde en het het erfgoed van Henricus Andries soen aan de andere zijde, welke cijns Engbertus van Johannes vander Zuwen, zoon van wijlen Gerardus, gekocht had.
Dorsaal:
  1. Anno 1574 de (erven ?) Lambert van Mierloe inde Hintemerstraet by het sindeloeshuys solvit modo (? ert)
  2. Laembaert saerdswever beneven sijnddelshuys II pont.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0654

1463 maart 11

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo secundo

Symon die Hoesch en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Goeswinus die Wolf, zoon van wijlen Rutgerus, en magister Johannes Hagens, chirurg, als dekens en provisoren van de kerkfabriek van de Sint-Petrus en Pauluskapel, daartoe gemachtigd naar zij zeiden, aan Godefridus de Stakenborch, zoon van wijlen Johannes, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £, die deel uitmaakt van een erfcijns van 8 £, uit:
  1. een zekere wei, Die Camp, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats Die Keer tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Johannes Hals en de erfgenamen van wijlen Engbertus Goedscalx aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuklandbouwgrond, Den Hageacker,
  3. stuk land, Den Breemhorst, tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Engbertus aan een zijde en het erfgoed Dat Busschelken aan de andere zijde,
welke cijns van 8 £ Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Gertrudis, dochter van wijlen Goeswinus de Nyewael, weduwe van Theodericus de Lyt, van Johannes, zoon van wijlen Goeswinus de Nyewael, en Bela, dochter van wijlen Andreas Tymmermans, verkregen had en welke cijns van 2 £. Gertrudis aan de fabriek van die kapel in haar testament nagelaten had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0655

1463 maart 11

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo secundo

Symon die Hoesch en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes de Berck, als meester en rector, en Alardus, zoon van wijlen Johannes de Wieringen, als procurator van het huis en de gemeenschap van de clerici van Sint-Gregorius in Den Bosch wonend in het erfgoed van wijlen Arnoldus Heym, in hun naam en die van de arme clerici of fraters in Den Bosch, die scholen bezoeken, en wonen in het erfgoed dat vroeger van heer Ludovicus vanden Water, kanunnik in Den Bosch, was, bij de Hinthamerstraat over de Geerlingsbrug, aan Godefridus de Stakenbroch, zoon van wijlen Johannes, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £, die deel uitmaakt van een erfcijns van 8 £, uit:
  1. een zekere wei, Die Camp, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats Die Keer tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Johannes Hals en de erfgenamen van wijlen Engbertus Goedscalx aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuk landbouwgrond, Den Hageacker,
  3. stuk land, Den Breemhorst, tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Engbertus aan een zijde en het erfgoed Dat Busschelken aan de andere zijde,
welke cijns van 8 £ Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Gertrudis, dochter van wijlen Goeswinus de Nyewael, weduwe van wijlen Theodericus de Lyt, van Johannes, zoon van wijlen Goeswinus de Nyewael, en Bela, dochter van wijlen Andreas Tymmermans, verkregen had en welke cijns van 2 £ Gertrudis aan de clerici en arme fraters, die in Den Bosch scholen bezoeken, in haar testament nagelaten had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1303

1463 maart 11

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo

Symon die Hoesch en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus Cleynael, Egidius vander Audermoelen, zoon van wijlen Johannes, en Anthonius de Beerlikem, zoon van wijlen Anthonius, als patronen en dekens van het Sint-Jacobsgilde in Den Bosch, daartoe gemachtigd, aan Godefridus de Stakenborch, zoon van wijlen Johannes, overgedragen hebben een erfcijns van 4 £, deel uitmakend van een erfcijns van 8 £ uit:
  1. een zekere wei, Die Camp, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats Die Keer tussen het erfgoed van wijlen Johannes Hals en de erfgenamen van wijlen Engbertus Goedscalcx aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuk landbouwgrond, Den Hageacker,
  3. stuk land4 Den Breemhorst, tussen het erfgoed van de erfgenamen van Engbertus aan een zijde en het erfgoed Dat Busschelken aan de andere zijde,
welke cijns van 8 £ Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Gertrudis, dochter van wijlen Goeswinus de Nyewael, weduwe van Theodericus de Lyt, van Johannes, zoon van wijlen Goeswinus de Nyewael, en van Bela, dochter van wijlen Andreas Tymmermans, verkregen had en welke cijns van 4 £ Geertrudis aan de fabriek van de Sint Jacopskapel in haar testament nagelaten had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1304

1463 maart 28

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo

Petrus Steenwech en Godefridus vander Aelsvoert, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus vanden Dungen aan Jacobus Galant de Bruggen beloofd heeft te betalen, 6 groten, Vlaams geld, het eerste zesde deel op Pinksteren, het tweede zesde deel op het feest van de Zalige Remigius, het derde zesde deel op het eerstvolgende feest van de Zalige Martinus in de Winter, het vierde zesde deel vanaf Pasen, het vijfde zesde deel vanaf Pinksteren en het laatste zesde deel vanaf het feest van de Zalige Bemigius na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: (afhangend) bovenste licht beschadigd, onderste ontbreekt.
Nummer: 0656

1463 mei 14

Acta ... in domo inhabitacionis dictorum testatricis et Johannis de Lyt, coniugum, ... iuxta vicum Vuchtensem

Notaris Rutgerus de Arkel de Buscoducis en Remboldus Vilt de Os, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteren het testament van Mechteldis, weduwe van Henricus vander Haghen, wettige echtgenote van Johannes de Lyt, timmerman, inwoner van de stad Den Bosch, waarin zij gebruik heeft gemaakt van de volmacht die aan de langstlevende was gegeven in het testament dat Mechteldis en Henricus door notaris Johannes die Gruyter hadden laten instrumenteren. Rutgerus en Remoldus instrumenteren het testament in aanwezigheid van Johannes de Lit die er ook aan zijn toestemming heeft gegeven. In dit testament heeft de erflaatster de volgende bepalingen opgenomen:
  1. Zij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 1 stuiver na haar dood.
  2. Zij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van de Sint-Jan evenveel op dezelfde wijze.
  3. Zij heeft gelegateerd aan Onze-Lieve-Vrouw in dezelfde kerk aan de fabriek haar gouden ring.
  4. Zij heeft gelegateerd aan het convent van de bogarden in Den Bosch 1 x 2 gouden peters na haar dood.
  5. Zij heeft gelegateeerd aan Margareta, vrouw van Engbertus Inden Cokeren, 1 maal 4 gouden peters die binnen 4 jaar na haar dood betaald moeten worden en welke besteed moeten worden door Margareta ten gunste van de kinderen van Johannes, zoon van Margareta en Engbertus.
  6. Zij wil dat er voor haar zieleheil 3 dertigdaagsen gehouden worden.
  7. Zij heeft gelegateerd aan Cristina, haar zus, haar beste tabbard meteen na haar dood.
  8. Zij heeft gelegateerd aan haar naaste erfgenamen 1 maal 1 oude groot na haar dood waardoor zij van elk ander aandeel in de erfenis worden uitgesloten.
  9. Zij heeft gelegateerd aan Johannes de Lyt, haar echtgenoot, meteen na haar dood alle roerende en onroerende goederen die de erflaatster en Henricus vander Haghen gedurende hun huwelijk bezaten en die de erflaatster en haar man tegenwoordig bezitten en zij heeft hem de volmacht gegeven om over die goederen te beschikken niettegenstaande wat daar tegen wordt ingebracht.
  10. Zij heeft gelegateerd aan Johannes al haar huisraad en alle roerende goederen die door Johannes en haar verworven zijn en die hij naar zijn eigen goeddunken kan aanwenden.
  11. De erflaatster heeft gelegateerd aan de wettige kinderen van Mechtelis, natuurlijke dochter van de erflaatster, en aan Agnes, vrouw van Adrianus, zoon van Godefridus Yewaens, meteen na de dood van Johannes de helft van alle onroerende goederen die door de erflaatster en Johannes tijdens hun huwelijk verworven zijn, echter zodanig dat Agnes evenveel zal hebben als een van de kinderen van haar natuurlijke dochter en niet meer, behoudens echter dat Johannes de volmacht houdt om in gevangenschap of in andere noodzakelijke omstandigheden deze goederen te verkopen en te vervreemden en anderszins heeft zij hem niet belast met het gene wat door Johannes geregeld is.
Met als getuigen: Godefridus de Ynghen en Johannes Willemi, knecht van Godefridus, wandsnijders.
Nummer: 1791

1463 augustus 9

Godefridus vander Aelsfoert en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Maria, weduwe van Willelmus Valkenborchs, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis alle goederen van Arnoldus, Johannes, Willelmus, senior, Petrus en Willelmus, juniores, broers, kinderen van wijlen Gerardus de Kessel, en van Johannes Buck en Petrus Back, schoonzonen van Gerardus, in Den Bosch, de parochies Kessel, Lytt en Maren, van Gerardus Moll de Driel verkregen had en dat vervolgens Marina deze goederen aan Theodericus de Beerze overgedragen had. Theodericus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes Buck, zoon van wijlen Udo Buck, overgedragen het huis, erf, hof en stuk land, 3 morgen groot, dat vroeger van Willelmus de Kessel, oudste zoon van Gerardus de Kessel, was in de parochie Lytt tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Petrus Snyders, aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van Johannes Lodowichs aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Lambertus Ghiben soen. Theodericus heeft aan Johannes beloofd dat als blijkt dat er uit dit erfgoed meer betaald moet worden dan een erfpacht van 2 mud rogge aan het Sint-Appollonia-altaar in Den Bosch, een erfcijns van 8 £ aan de investiet van de begijnen in Den Bosch en de (niet gespecificeerde) cijns aan de heren van de Saint-Lambert in Luik, hij dit voor zijn rekening zal nemen.
N.B.: Deze akte is gevidimeerd in een akte van Johannes de Vladeracken en Henricus Pelgrom, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1490 juli 14.
Nummer: 1337

1463 augustus 23

Everardus vanden Water en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Ancelmus vanden Woude, aan Petrus de Valkenborch, zoon van wijlen Henricus Valkenborch, overgedragen heeft het huis en erf in de Hinthamerstraat tussen het huis en erf van Henricus zoon van Steffaen, aan een zijde en het huis en erf van een zekere Bits, smid, aan de andere zijde, welk huis en erf Petrus, zoon van wijlen Ancelmus, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis, van Gerardus Moll de Driel, gekocht had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0657

1463 september 15

Symon die Hoesch en Petrus Steenwech, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes de Platea, deken van de Sint-Jan, heer Aelbertus Lonijs, priester, magister Martinus de Rode, licentiaat in de rechten, en Nycholaus de Buchoven, als executeurs van het testament van heer Mathias Cox, indertijd kanunnik van de voornoemde kerk, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vander Stegen, hebben overgedragen een zeker erfgoed in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen heer Henricus Bux, priester, later van de Bonifanten, nu van Theodericus de Lyer, aan een zijde en het erfgoed van wijlen Theodericus de Rode, nu van heer Willelmus de Baerleham, priester, aan de andere zijde, samen met de muren en alle afhankelijke goederen van dit erfgoed en het recht van uit- en doorgang over het kerkhof van de Sint-Jan, welke erfgoed Johannes vander Sleyden, anders genoemd Hans Coens, van Rutgerus de Erpe, zoon van Willelmus de Erpe, verkregen had samen met de gebouwen die op dat erfgoed staan en welk erfgoed Johannes vander Sleyden aan heer Mathias Cox, kanunnik, pro Deo gegeven had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0658

1463 november 23

Goeswinus vanden Hezeacker en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus die Visscher, zoon van wijlen Willelmus die Visscher, aan Nycolaus Spierinc en Ghiselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die kerkfabriek verkocht heeft:
  1. een huis, erf en hof op de plaats Die Audehuls tussen het erfgoed van Laurencius Erborts soen aan een zijde en het erfgoed van Ermgardis, weduwe van Godescalcus vanden Staeck, en haar kinderen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de sloot aldaar,
  2. het woonhuis van Theodericus tussen het erfgoed van Ermgardis en haar kinderen, aan een zijde en Johannes de Weert aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot de voornoemde sloot,
  3. huis en erf tussen het erfgoed van Goeswinus Heym en Ghiselbertus die Cock aan een zijde en het erfgoed van Yda, weduwe van Henricus Arts, "de spelmeker" en haar kinderen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Sunte Jorys straet tot aan het erfgoed van Theodericus.
Dorsaal:
  1. Sint Joris traet nu hier van maer VII schellingen uuyt den stall des huys van Sevenbergen, Numero 23, (Vander Weeghe)
  2. folio 37,
  3. folio 25 verso,
  4. Numero folio 48,
  5. N.L. folio 73,
  6. folio 30, 21 schelling payment op den Auden Huls.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0659

1463 december 15

Goeswinus vanden Hezeacker en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus vanden Dunghen, zoon van wijlen Henricus, aan Johannes vander Rennen, zoon van wijlen Henricus, beloofd heeft te betalen 32 gouden guldens, gewoonlijk rijnsgulden genoemd.
Afhangende zegels: bovenste zwaar beschadigd, onderste licht beschadigd.
N.B.: Deze akte vormt lias met die van 1465 januari 2.
Nummer: 0660

1464 januari 14

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio

Johannes Ghysselen, zoon van Johannes, en Wolterus de Beerze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes Aelberti, zoon van wijlen Goeswinus, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen zijn vruchtgebruik en alle rechten die hij zijn leven lang had in een kamp, 4 morgen groot, op de plaats In Die Hoeven, die hem door Elisabeth, weduwe van Johannes de Osman, was nagelaten.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0661

1464 januari 27

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio

Goeswinus vanden Hezeacker en Johannes Ghijsselen, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen de helft van de kleine en grote tienden met hun bijbehorende goederen in de parochie Hildewarenbeke die aan Vrouwe Aleydis de Langelaer toebehoord hadden en die de kerkfabriek na de dood van Arnoldus zal bezitten op voorwaarde dat de meesters van de kerkfabriek deze helft nooit zullen mogen verkopen of vervreemden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0662

1464 februari 6

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio

Cristianus Becker en Wolterus de Beerze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolpha Hals, dochter van wijlen Rodolphus Hals, zoon van wijlen Johannes Hals, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van heer Johannes de Doesberch, priester, overgedragen heeft het vierde deel van een huis, erf en hof in de Torenstraet tussen het erfgoed dat vroeger was van heer Hermannus ten Kolke, tijdens zijn leven kanunnik van de Sint-Jan, aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Trappart aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed dat vroeger van heer Hermannus was samen met het vierde deel van de bevoegdheid om die gebouwen door middel van ankers en op andere manieren vast te maken in een zekere muur, 19 voet lang, die ligt achter het huis van Gerardus Trappart in de voornoemde straat. Op dit deel van het huis rust het vierde deel van een erfcijns van 6 £ en 10 schelling die aan een (niet gespecificeerde) persoon of instelling betaald moet worden. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat dit vierde deel onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met andere wereldlijke goederen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0663

1464 februari 24

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio

Goeswinus vanden Hezeacker en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hermannus, zoon van wijlen Philippus Coenen, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft een stuk land, 1 morgen groot, in de parochie Os op de plaats Den Lytterwech naast de Teyencamp tussen het erfgoed van Johannes Francken aan een zijde en het erfgoed van de kerkfabriek van de Sint-Jan aan de andere zijde, met als lasten het onderhoud van de dijken, sluizen, sloten en watergangen die bij dit stuk land horen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0664

1464 maart 1

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio

Goeswinus vanden Hezeacker en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus die Coster, zoon van wijlen Petrus die Coster, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft een erfcijns van 4 £ uit een zeker stuk bouwland, 2½ morgen groot, in de parochie Os op de plaats Meckeleerdonck tussen de genoemde plaats Die Mekeleerdonck aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Arnoldus Yngramus, goudsmid, en verscheidene anderen tot aan die plaats Mekeleerdonck.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0665

1464 mei 16

Johannes Ghysselen, zoon van Johannes, en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Valkenborch, zoon van wijlen Willelmus, aan Petrus, zoon van wijlen Henricus Valkenborch, volmacht heeft gegeven om al zijn cijnzen, inkomsten, pachten en tegoeden, die welke personen dan ook hem verschuldigd zijn, op te eisen en zijn goederen te beheren zoals Henricus het zelf zou doen en deze volmacht wordt tenietgedaan als Henricus ze herroept.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0666

1464 mei 29

Johannes Ghijsselen, zoon van Johannes, en Cristianus Becker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus en Jutta, kinderen van Godescalcus, zoon van wijlen Arnoldus Teerlincs en van Mechteldis, dochter van wijlen Godescalcus, zoon van wijlen Johannes Ghijsbrechs soen en van wijlen Mechteldis, vrouw van Johannes de Lyt, timmerman, aan Lambertus de IDoernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Johannes de Lyt overgedragen hebben alle roerende en onroerende goederen welke genoemde wijlen Mechteldis aan Arnoldus en Jutta en aan andere kinderen van voornoemde Godescalcus en Mechteldis nagelaten had.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0667

1464 september 3

Johannes Ghysselen, zoon van Johannes, en Wolterus de Beerze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus vanden Eynde, zoon van wijlen Johannes vanden Eynde en van wijlen Petra, natuurlijke dochter van wijlen Petrus Brugman, aan Henricus de Heylichem, zoon van wijlen Petrus, verkocht heeft ten gunste van hem en ten gunste van Henricus die Lange, zoon van wijlen Johannes die Langhe,
  1. de helft van een zekere kamp binnen de vrijheid van de stad Den Bosch achter het convent van de Porta Celi tussen de Peertcamp van wijlen Otto de Engelen en de erfgenamen van wijlen Heylwig Groys aan een zijde en de Nuwedyck aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de weg en dijk aldaar tot aan het erfgoed van Henricus Gheck en Jordanus vanden Broeck,
  2. de helft van een stuk beemd, Die Lede, tussen het erfgoed van Henricus de Arkel, de Zusters van Orthen, Henricus die Hoesch, Marcelius de Ekart, bontwerker, Johannes de Dommelen, goudsmid, en verscheidene anderen aan een zijde, de Peertcamp, het erfgoed van wijlen Otto de Engelen, de erfgenamen van wijlen Heylwig Groys en Jordanus vanden Broeck aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Henricus Sanders tot aan het erfgoed van Nycolaus die Coel en de broers van Johannes vander Merendonck.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0668

1464 september 3

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met een speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 0669

1464 december 10

Gerardus de Vladeracken en Johannes de Arkel, zoon van Petrus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Egidius die Snijder, wettige echtgenoot van Godescodis, dochter van wijlen Lambertus vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel, aan Amelius vanden Hoevel, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel, overgedragen heeft 1 morgen uit de 1000 morgen gemene gronden van de stad Den Bosch op de plaats In Die Vliedert tussen het erfgoed van heer Theodericus Snoeck, priester, aan een zijde en het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan de andere zijde, welke morgen Jacobus vanden Hoevel van Jacobus Buekentop gekocht had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: Een klein gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 0670

1465 januari 2

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto

Johannes de Arkel, zoon van Petrus, en Lucas Pyeck, zoon van Jacobus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes vander Rennen, zoon van wijlen Henricus, aan Nycolaus Spierinc en aan Ghiselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, overhandigd heeft 32 gouden guldens, gewoonlijk rynschgulden genoemd, welke Nycolaus vanden Dungen, zoon van wijlen Henricus, aan Johannes verschuldigd was.
Afhangenne zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0671

1465 januari 12

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto

Johannes de Erpe, zoon van Arnoldus, en Henricus Ghysselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Cnoden, zoon van wijlen Arnoldus Cnoden, aan Arnoldus de Goch, zoon van wijlen Nycolaus de Goch, overgedragen heeft een erfcijns van 8 £, welke cijns Adam, zoon van Henricus de Colen, verschuldigd is aan Arnoldus, zoon van Henricus Weyns, uit:
  1. huis, erf, hof en voorraadschuur met zijn grond en aangrenzende erfgoederen, 3 lopenzaat groot, in de Sint-Petrusparochie in Vucht op de plaats Aen 't Sant tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Goedscalcx aan de andere zijde,
  2. kleine beemd aan beide zijden tussen het erfgoed van Arnoldus Goedscalcx,
  3. akker, 4 lopenzaat groot, op de plaats Op Die Hoghe Audervoert,
welk huis, erf, hof, erfgoederen en stukje beemd Adam van Arnoldus in cijns verkregen had,
  1. stuk landbouwgrond, 1 zester groot, op de plaats Audervoert tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes Loden aan een zijde en het erfgoed van Heylwig, weduwe van Petrus Laureyns, en haar kinderen aan de andere zijde,
  2. stuk land, Die Poel, 1½ mudzaat groot, tussen het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Ghiselbertus Emmen soen aan de andere zijde,
  3. stuk land, Die Driebruect, tussen het erfgoed van Theodericus de Os aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Gewanden aan de andere zijde,
  4. vierde deel van 1 morgen op de plaats Bockelaer,
welke erfgoederen Adam als onderpand voor de betaling van die cijns als onderpand had aangewezen en welke cijns Arnoldus Cnoden, zoon van wijlen Arnoldus Cnoden, van Johannes de Loenen, zoon van wijlen Laurencius de Loenen, verkregen had.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: De akte is licht beschadigd.
Nummer: 1306

1465 januari 26

anno Domini millesimo quadringentesirno sexagesimo quarto

Amelius de Boechem en Johannes de Erpe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Hilla, weduwe van Johannes, zoon van wijlen Laurentius vanden Bredeacker, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen haar vruchtgebruik in een erfpacht van mudzaat rogge en met alle achterstallige bedragen uit die erfpacht uit een huis, erf, hof en akker die daaraan grenst, 10 lopenzaat groot, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats In Den Ganspoel tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Godefridus de Dommelen en Laurencius, zoon van wijlen Willelmus Bullen, aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Lodovicus Skocx en Theodericus Scheenken aan de andere zijde, welke erfpacht Henricus, zoon van Amelius die Rode, aan Johannes, zoon van Laurencius vanden Bredeacker, verkocht had.
Dorsaal: 4 sesters rogs Vucht uuytgesloeten.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0672

1465 januari 30

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto

Gerardus de Vladeracken en Henricus de Ghysselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Elizabeth, weduwe van Jacobus de Gheel, aan Nycolaus Spierinck en Ghyselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die kerkfabriek verkocht heeft al haar huisraad en gouden en zilveren juwelen die zij nu heeft en in de toekomst verwerven zal.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0673

1465 januari 30

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto

Gerardus de Vladeracken en Henricus Ghysselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Elizabeth, weduwe van Jacobus de Gheel, aan Nycolaus Spierinc en Ghyselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die kerkfabriek, verkocht had haar huisraad en gouden en zilveren juwelen die zij had en verkrijgen zou. Vrouwe Elizabeth is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard van Nycolaus en Ghyselbertus 103 goudguldens, rijnsgulden, ontvangen te hebben en heeft de kerkmeesters van elke schuld ontslagen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0674

1465 februari 8

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto

Gerardus Balyart en Lucas Pieck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Elizabeth, weduwe van Jacobus de Gheel, aan Nycolaus Spierinc en Ghyselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die fabriek verkocht had al haar huisraad en gouden en zilveren juwelen die zij bezat en verkrijgen zou. Nycolaus en Ghyselbertus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Vrouwe Elizabeth deze huisraad en juwelen verhuurd voor de duur van haar leven tegen een jaarlijkse betaling van 5 £, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Kerstmis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0675

1465 april 16

Acta ... in domo inhabitacionis testatoris ... ad vicum ... Weverplaetze ad finem vici ... die Peperstraet

Notaris Franco de Langel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Jacobus Cnodde, burger van de stad Den Bosch, waarin deze heeft gelegateerd aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 1 oude groot na zijn dood,
  2. elk van de kapelaans van de Sint-Jan 1 maal 1 stuiver,
  3. elk van de kosters aldaar 1 maal 1 Vlaams,
  4. het Sint-Katharina-gilde 1 maal 1 peter en tegelijk 1 pond was, waarmee de erflater voldaan heeft aan zijn verplichting als lid van die broederschap,
  5. de Sint-Barbara- en Sint-Agathabroederschappen ieder 1 maal 1 pond was,
  6. de kerkfabriek van de Sint-Jan meteen na zijn dood een erfpacht van 8 lopenzaat rogge, roesmalense maat, uit een erfpacht van 10 lopenzaat rogge, welke de erfgenamen van Henricus Sanders hem verschuldigd zijn uit de erfgoederen van wijlen Henricus in Roesmalen maar die zelfde schuldenaars zijn nu voortaan ontslagen van de betaling van de overige 2 lopenzaat.
Met als getuigen: Paulus Hoefken, Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Lodewijchz. en Thomas Coenen, leken, buren die daar vlakbij wonen en burgers van de stad Den Bosch.
Nummer: 1588

1465 april 26

Gerardus Balyaert en Johannes de Arkel, zoon van Petrus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elyas, zoon van wijlen Cristianus vanden Hoevel, aan heer Gerardus Wolteri de Gestel, kanunnik van de Sint-Cathrien in Eindhoven, beloofd heeft te betalen 8 mudzaat rogge, Woenselse maat, op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis en 230 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, en 8 mudzaat rogge van die zelfde maat op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar.
Afhangende zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0676

1465 mei 6

  1. ... Ouod Anno a Nativitate Eiusdem Domini millesimo
  2. quadringentesimo sexagesimo quinto ... mensis maij die sexta ...
  3. personaliter constitutus ... Ghiselbertus de Peelt
  4. die Slootmeker, filius quondam Johannis, opidanus opidi de Buscoducis, ...
  5. se unacum quondam Aleyde sua dum vixerat uxore
  6. ... de unanimi eorum consensu
  7. ... suum fecisse, condidisse et ordinasse testamentum ... declarasse voluntatem coram domino
  8. Gerardo Lamberti de Beerlikem, pronunc presbytero tamquam notario ... et in eodem testamento pijs hincinde locis, personis, diversis reliquisse
  9. legata. Et quod inter cetera prefata Aleydis testatrix ... iure testamenti reliquisset
  10. predicto Ghiselberto, suo marito, a. et h.c. 20 £ ad statim post ipsam testatricem obitum per eundem
  11. Ghiselbertum ... ex omnibus singulis eorum bonis apprehendendos ... dedissetque
  12. sibi Ghiselberto ... plenam et liberam potestatem ... vendere ...
  13. diponendum prout et quando eidem Ghiselberto placuerit et visum fuerit ...
  14. HINC EST quod dictus Ghiselbertus de Peelt, potens ad infrascripta ... vigore testamenti pretacti
  15. ... fecit et condidit et per
  16. testamentum ordinavit illa qui sequitur ...
  17. legavit fabrice ecclesie sancti Lamberti Leodii unum ... stuver ... semel dandum. Item legavit cuilibet matriculariorum ibidem dimidium stuferum semel
  18. dandum. DEINDE inter cetera particularia legata in principali testamenti ...
  19. idem testator legavit ... fabrice
  20. ecclesie sancti Johannis a. et h.c. 3 £ ... quem censum
  21. quidam Theodericus die Cuyper, emptor bladarum ex domo sua et area ... in die Cleyn Coeren Straetke
  22. dicto testatori solvere tenetur ... ab eadem fabrica statim post obitum dicti testatoris
  23. ... apprehendendum ... salva dicto testatori et sibi reservata sua potestate pariter
  24. et auctoritate circa vendicionem alienacionem obligacionem ... reliquarum 15 £ ...
  25. si dum et quando eidem testatori hoc placuerit ... Ipsi tamen testatori reservata plena
  26. et libera potestate hoc presens suum testamentum augmentandum, minuendum ...
  27. Deciderunt ... in Buscoducis ... in domo inhabitacionis Wolteri van den
  28. Rullen, appothecarij ... ibidem ... iuxta forum supra anguli viculi dat Ridderstraetken vocata in quadam camera ... die
  29. roze camer ... in anteriori parte ... presentibus ibidem
  30. Woltero vanden Rullen et Willelmo, filio quondam Ghiselberti vanden Pettelair, pannicida, opidanis
  31. ... de Buscoducis ...
  32. Et ego Franco de Langhel, clericus Leodiensis diocesis ...
  33. notarius ...
Nummer: 1589

1465 mei 23

Acta ... in domo Reyneri Morren ... iuxta locum ... Haenwijck prope castrum de Herlaer parochie de Gestel sancti Michaelis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Vrouwe Catherina, dochter van wijlen Wilhelmus Priem, burgeres van Den Bosch, aan Ghiselbertus Haeck ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft gegeven:
  1. een erfcijns van 4 £ uit het huis, erf, hof en erfgoed van Henricus Volken in de parochie Roesmalen tegenover de parochiekerk van Nulant met de openbare weg er tussen liggend en op verscheidene andere plaatsen,
  2. een erfcijns van 9 goede stuvers uit de erfgoederen van Rodolphus Broessoen op de plaats Heze
Welke cijnzen Catherina met haar geld gekocht had. Met als getuigen: heer Arnoldus de Reno de Calkar, priester in de Sint-Jan, eeuwig gebeneficieerde, en Reymboldus Vilt de Os, clericus en notaris.
Dorsaal:
  1. Roesmalen, IIII pont paijments ende noch IX stuvers, numero 46,
  2. folio 110 et 111 verso,
  3. folio 94 verso et 95.
Nummer: 1307

1465 juli 23

Amelius de Boechem en Henricus Ghijsselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Petrus, zoon van wijlen Zebertus die Droechsceerre, aan Elizabeth, weduwe van Joahnnes Moll, zoon van wijlen Martinus Aleyten soen, verkocht heeft een erfcijns van 20 schelling uit 2 kamers, die vroeger van Petrus waren, achter de Tolbrug, tussen het erfgoed van Maria, weduwe van Willelmus vanden Yevelaer aan een zijde en het erfgoed van Heymericus, zijn broer, zoon van Petrus, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Aelbertus Goessens.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0677

1465 juli 23

Henricus Ghijsselen en Lucas Pieck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat frater Goeswinus de Herentals, prior van het convent der Predikbroeders in Den Bosch, in zijn naam en die van het convent, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht heeft:
  1. huis en erf in de Thorenstraet tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goeswijns soen de Erpe, aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus die Leeuwe aan de andere zijde,
  2. een zekere kleine hof aldaar tussen het erfgoed van Arnoldus Posteybecker aan een zijde en het erfgoed van Johannes Trappart aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Mechteldis, weduwe van Egidius Dunnecops, en haar kinderen tot aan het erfgoed van heer Johannes de Doesborch en de Zusters van Orthen,
  3. de paden en het recht van overpad die bij die goederen horen,
met als lasten:
  1. het recht van overpad,
  2. de (niet gespecificeerde) grondcijns,
  3. een erfcijns van 4 £ en een erfcijns van 12 schelling (aan niet gespecificeerde personen of instellingen)
die daaruit eerder betaald moesten worden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0678

1465 oktober 14

Henricus de Kessel en Ghysselbertus Ghysselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus Mostaert, zoon van wijlen Nycolaus, aan Gerbergis, weduwe van Willelmus de Spoerdonck, zoon van wijlen Theodericus, beloofd heeft te betalen een erfcijns van 3 £ uit het huis en erf met zijn afhankelijke goederen in de straat die loopt van het kerkhof van de Sint-Jan naar de plaats Weverhuls op de hoek aldaar tussen het erfgoed van heer Bartholomeus die Cromme, priester, aan een zijde en een einde en de openbare wegen aan de andere zijde en het overige einde, welk huis, erf en afhankelijke goederen Petrus de Mostaert vanadaag van Barbara, dochter van Johannes die Hollander, zoon van wijlen Johannes Philips soen, verkregen had.
Dorsaal: pro fabrica sancti Johannis ? quarta augusti anno 75.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0679

1465 november 28

  1. ... Quod Anno a Nativitate Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto
  2. mensis novembris die vicesima octava ...
  3. constituta ... Catherina ... vanden Hoppereycken, beghina maior curie beghinarum opidi de Buscoducis ...
  4. asseruit quod pridem ... Elizabeth, filia quondam Michaelis die Langhe, dum viveret curtie, iamtacte beghina antequam rebus exineretur humanis de bonis et rebus suis
  5. ... condidit testamentum ... in quo seu qua inter et post alia particularia legata per eam facta legavit ...
  6. prefate Catherine a. et h.p. 7 sextriorum sil. quem ... solvendos habuit ex certis bonis et her. sitis ad locum ... Op Ollant prope villam de Rode
  7. Sancte Ode simuliter a. et h.c. 5 £ ... ex quadam pecia terre ... tRot ...
  8. in parochia de Roesmalen necnon h.c. 3 £ solvendas ... in fine vici Hinthamensi et extra primam portam opidi de Buscoducis ... Ita tamen
  9. et per ipsam Elizabeth condicto quod prefata Catherina pactum atque census huiusmodi de consensu domini Johannis de Haze, investiti pro presenti, ecclesie beghinarum curem pretacte in et ad pios usus
  10. post obitum eiusdem Catharine cedendos et her. permanendos ordinaret et relinquiret prout hec et omnia ... Quapropter
  11. sepefata Catherina insequendo testamentum ... dicti quondam Elizabeth bonamque fidem agnoscendo ob dicte quondam Elizabeth testatricis et sue animarum salute in presentia
  12. et de consensu dicti quondam Johannis investiti omnibus et melioribus via iure modo et forma quibus potuit et debuit ... a. et h.p. 7 sextariorum
  13. siliginis a. et h.c. 5 et 3 £ pretactos ad opus et in dotem unius misse singulis septimanis ... in altari sancti Willibrordi pro eius secunda
  14. fundatione in ecclesia beghinarum ... et per rectorem pro tempore eiusdem fundationis dicendam ... donavit ...
  15. Acta fuerunt hec
  16. in domo inhabitationis domini Johannis die Haze investiti, suprafati ...
  17. Presentibus ibidem honestis viris domino Anthonio de Palude, presbytero Leodiensis, et Wilhelmo die Haze, Traiectensis dyocesis ... DEINDE eisdem anno
  18. mense die ... quibus supra ... constitutus personaliter
  19. ... dominus Johannes de Haze, presbyter, rector et investitus ecclesie beginarum ... asseruit quod pridem ... quondam Catherina ... de Tefelen, begina curtum
  20. maioris in opido iamtacto antequam rebus exinbur humanis suum fecit et condidit bestamentum ... in quo seu qua inter et post alia particularia
  21. legata ... legavit ... ad opus unius misse per ipsius ecclesie beghinarum investitum et prout sibi utilius videbitur expedire ordinande unum iuger terre
  22. ... ad ipsam spectandem in quodam campo ... Die Luyse ... in parochia de Haren prope Meghen tendens a communi platea versus opidum de Meghen cuiusquidem
  23. spectare dinoscitur et in locis eisdem habet ... simul cum oneribus exinde de iure solvendum post obibum dicte testatricis in et ad opus dicte misse ...
  24. convertandum ... Simili modo ad ad opus eiusdem misse adhuc legavit 1 £ h.c. quam
  25. voluit et ordinavit per dictum investitum emi ... de et omni pecunijs promptis per ipsam testatricem et post obitum suum relinquendum quapropter ipse dominus Johannes investitus ...
  26. bona fidem agnoscendo et ne ipsa quondam Catherina de et a sua adeo pia intentione defrauderet ac ob salutem anime eiusdem pretacta duo iugera terre atque h.c.
  27. sol. ... de et cum pecunijs promptis dicte quondam Catherine per ipsum ut asseruit acquisite atque ex domo et area quondam Ottonis Slaets ...
  28. in die Colperstraet ...
  29. Acta ... hec in quadam camera bassa domus inhabitationis ipsius domini Johannis investiti ...
  30. ad locum ... Opten Triniteit ... Aub anno ... mense, die ... quibus supra. Presentibus ibidem honestis viris ...
  31. Et ego Godefridus de Hels de Buscoducis, clericus Leodiensii dyocesis ... notarius ...
Dorsaal: Item pro istis septem sextariis siliginis Ego Adrianus Zegeri tamquam rector altaris sancti Willibrordi permutari ergo pro nomine Cartuzereum in Vuchb pro quibus habeo nunc levare unum modium siliginis pro octava vero sextariam illius modij solvi ego quinque petros communes propter Deum.
Nummer: 1775

1465 december 23

Gerardus Symonis en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes de Doesborch, priester, aan Henricus die Ostiaenbecker, zoon van wijlen Johannes Piers soen, overgedragen heeft het vierde deel van een huis, erf en hof in de Torenstraet tussen het erfgoed van wijlen heer Hermannus ten Kolke, kanunnik in Den Bosch, aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Trappart aan de andere zijde, welke vierde deel heer Johannes van Rodolphus Hals, zoon van wijlen Rodolphus Hals, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0680

1465 december 23

Theodericus de Wetten en Enghelbertus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Leonardus Tymmerman, zoon van wijlen Petrus Neul, aan Henricus die Ostiaenbecker, zoon van wijlen Johannes Piers soen, heeft overgedragen:
  1. de helft van een huis, erf en hof in de Torenstraet tussen het erfgoed dat vroeger was van heer Hermannus ten Kolke, tijdens zijn leven kanunnik in Den Bosch, aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Trappart aan de andere zijde, welke helft Leonardus van Petrus en Jacobus, broers, kinderen van wijlen Rodolphus Hals, zoon van wijlen Johannes Hals, verkregen had,
  2. vierde deel van dit huis, erf en hof, welk vierde deel Leonardus van Judocus, zoon van wijlen Rodolphus Hals, zoon van wijlen Johannes Hals, verkregen had.
Zegels: beide klein fragment.
Nummer: 0681

1465 december 24

Gerardus Symonis en Henricus de Kessel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus en Rodolphus, broers, kinderen van wijlen Wolterus Eelkens en van wijlen Luytgardis, dochter van wijlen Gibo, zoon van wijlen Lodovicus vander Sporct, Henricus, zoon van wijlen Petrus Jans soen, echtgenoot van Zota, Arnoldus, zoon van wijlen Johannes Willems soen, echtgenoot van Luytgardis, dochters van Wolterus en Luytgardis, Luytgardis, dochter van wijlen Lodovicus, zoon van wijlen Gibo, zoon van wijlen Lodovicus vander Sporct, Arnoldus vanden Zande, echtgenoot van Elizabeth, Nycolaus, zoon van wijlen Marselius de Engelen, echtgenoot van Mechtildis, dochters van wijlen Lodovicus, zoon van wijlen Gibo, Lambertus en Johannes, broers, natuurlijke kinderen van wijlen Hermannus, zoon van wijlen Lambertus Luythannen soen, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Theodericus, zoon van wijlen Goeswinus de Hall, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £ uit een huis, erf, hof en akker binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Die Sporct tussen het erfgoed van Johannes Robben soen de Houthem aan een zijde en het erfgoed van Theodericus Werner aan de andere zijde, welke cijns Hermannus, zoon van wijlen Lambertus Luythannen soen van Mathias, zoon van wijlen Theodericus Werner, gekocht had.
Dorsaal:
  1. II pont op Die Dungen de kynderen Andries vanden Rutten,
  2. Lodewyck Janssen rest 96,
  3. Numero 3 (Vander Weeghe),
  4. Folio 113.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0682

1466 januari 31

int jaer ons Heren dusent vierhondert vyfendetsestich

Scepenen, geswoeren raidslude die men noemt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen en die gemeyn stat van Shertogenbosch oorkonden dat zij aan Gerit, wettige zoon van Goyaert Moens en van Lijsbetten, natuurlijke dochter van Jan here Gerits soens, verkocht hebben een lijfrente van 12 Rynsch gulden.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1590

1466 februari 5

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto

Gerardus Symonis en Henricus de Kessel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus Spierinc en Ghyselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, hebben overgedragen:
  1. een erfcijns van 4 £ uit een huis, erf, hof en erfgoederen die eraan grenzen van wijlen Henricus van Volken in de parochie Roesmalen tegenover de parochiekerk van Nuwelant en uit andere erfgoederen overal gelegen,
  2. een erfcijns van 9 penningen, goede stuvers, uit de erfgoederen van Rodolphus Broessoen op of naast de plaats Heze,
  3. alle achterstallige bedragen uit die cijnzen,
welke cijnzen van 4 £ en 9 stuivers Katherina, dochter van wijlen Willelmus Priem, aan Ghyselbertus Haeck, meester van de voornoemde kerkfabriek, als een schenking onder de levenden had overgedragen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0683

1466 februari 15

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo quinto

Henricus de Kessel en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen:
  1. een erfcijns van 4 £ uit het huis, erf, hof en erfgoederen van wijlen Henricus van Volken in de parochie Roesmalen tegenover de parochiekerk van Nuwelant en op allerlei andere plaatsen,
  2. een erfcijns van 9 penningen, goede stuvers, uit de erfgoederen van Rodolphus Broes soen op of naast de plaats Heze,
  3. de achterstallige bedragen uit die cijnzen,
welke cijnzen van 4 £ en 9 penningen Katherina, dochter van wijlen Willelmus Priem, aan Ghyselbertus Haeck, als meester van die kerkfabriek, als een schenking onder levenden gegeven had en welke Lambertus de Doernen van Nycolaus Spierinc en Ghyselbertus Haeck, als meesters van die kerkfabriek verkregen had.
Dorsaal: De kinderen Peter Hendrik van Grinsven tot Nieuland IV £, folio 194 verso.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0684

1466 maart 1

  1. Wij Heinrick van Rossem ende Heinrick die Bye Hermans soin scepen in Driel tughen dat voir onser
  2. comen is Jan van Rossem heren Jans soin Ridders here tot Zoelen ende heeft vercoft ...
  3. voir hondert gouden gulden goet ende ghene die hij ghiede dat hem betaelt sijn twe merghen lants
  4. in alsulcken groetten als die mit recht geleghen sun inden ghericht van Rossem geheiten tghemein
  5. stuck tusschen Willem van Nyewael Rolofs soin aen deen sijde boven Aert Loedewichs soin ende
  6. Willem van Nyewael voirseyde aen dader syde streckende mitten enen eynde binnen dijcx op Goedert
  7. Goisswiin Scrivers soin ende mitten anderen eynde buiten dijcx dair mit recht toebehoirende opten voirseyde lande
  8. geleghen ...
  9. In orconde onser Heren. Gegheven int jaer onser Heren MCCCC sesende
  10. tsestich opten yersten dach inder maent ... meerte
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: vormt transfix samen met 1482 december 6; 1485 mei 27.
Nummer: 1328

1466 maart 2

Gegeven int jaer ons Heren M CCCC vijfendetsestich opten sonnendach alsmen singt inder heyligen kercke Reminiscere

Henrick van Rossem en Goisswyn van Brakel, schepenen in Driel, oorkonden dat Frederick Aelberts soen aan Jan vander Stege Gerits soen heeft verkocht voor 40 goudgulden die hem uitbetaald zijn:
  1. 2 hont land en 20 roeden land in het gericht van Rossem binnen dijks in Aelberts Kunder Weert tussen het erfgoed van Henrick Wents en de erfgenamen van Gerit vander Stege aan een zijde en het erfgoed van Jan Aelberts soin aan de andere zijde,
  2. het derde deel van 2 hont tussen het erfgoed van Jan Aelberts som aan een zijde en het erfgoed van Aert Loedwichs soen aan de andere zijde,
  3. 12 roden land binnen en buiten dijks met als last een roede dijk die daar gelegen is tussen het erfgoed van Henrick Wents en het erfgoed van Gherit vander Stege aan een zijde en het erfgoed van Willem Maes soin aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 0685

1466 mei 3

Acta ... in ortulo pomerio iamdicti posteriore domus inhabitacionis mei ... prope conventum fratrum minorum in oppositu minorum Beginagii supra Dyesam

Notaris Franco de Langhel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Beatrix, weduwe van Johannes Roeloff Bevers soen, waarin zij het volgende heeft bepaald:
  1. Zij heeft vermaakt aan de kerkfabriek van Luik 1 maal 1 postulaatgulden.
  2. Zij heeft vermaakt aan ieder van de 4 kapelaans in Den Bosch 1 x 1 £ na haar dood.
  3. De erflaatster verklaart een erfcijns van 10 £ te hebben uit zekere huizen en erven van wijlen Johannes Saverney, schrijnwerker, nu van Ambrosius Jans soen vander Stegen in de Hynthamerstraat vrijwel aan de overzijde van het huis van de Tafel van de Heilige Geest, welke cijns zij toen ze weduwe was van Heer Johannes Saverney gekocht had van welke erfcijns de erflaatster 3 £ vermaakt heeft aan de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan de kapelaans van die kerk 1 £, aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch 2 £ en aan het Grootziekengasthuis 4 £ waarvan de helft bestemd ten gunste van de vrome armen en de andere helft ten gunste van de arme gevangenen aan de poort, welke legaten de begunstigden meteen na de dood van de erflaatster samen met de akten krijgen behoudens dat de schepenakten onder beheer blijven van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan. De erflaatster heeft deze legaten geschonken op voorwaarde dat de kapelaans van de Sint-Jan de namen van de erflaatster, haar ouders en haar 2 echtgenoten, namelijk Johannes Rolofs Bevers soen en Johannes die Clerck in hun obituarium opschrijven en op feestdagen op de preekstoel voor hun zielen bidden.
Met als getuigen: Henricus Eelen, Johannes Rovers soen de Vladeracken en Arnoldus Eelkens Nastelmekers, burgers van de stad Den Bosch, leken.
Dorsaal: Consequenter Vero Anno ... mense ... die tamen vicesimasecunda mensis pretacti ... personaliter constituta supradicta Beatrix ... testamento suo priori quasdam correxiones ... addidit ... et inter cetera eotunc ordinata voluit ... eadem Beatrix in casu quo liberis suis placuerint supradictum censum decem £ ex domibus et areis Ambrosii Jans zoen vander Stegen solvendum ac certis piis locis eb personis ut premittitur legatum ... retineri quod hoc facere possint ... salvo quod iidem liberi loco dicti census pretactis pijs locis et personis ... ad eius quotam prius tactam assignabunt ... tenebuntur ... alium censum decem librarum ... que eadem Beatrix asseruit se predicte acquefuisse erga Henricum Berwout et quem censum iamdictum Gerardus filius quondam Henrici Sanders de Os ex hereditate ... Doybroeck ... ad locum ... Pettelaere aut eocirca ... Acta fuerunt in domo mei notarij infrascripti prius tacta ... presentibus ibidem ... Henrico Eelen eb Arnoldo Eelen eius nepote supradictis laicis opidanis dicti opidi de Buscoducis testibus fidedignis ... Et ego Franco de Langhel notarius ...
Nummer: 1591

1466 mei 21

Theodericus de Wetten en Enghelbertus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Meerlair, zoon van wijlen Henricus, aan Henricus vander Stappen heeft overgedragen zijn helft in een erfcijns van 6 £ uit een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 9 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats Aenden Borne tussen het erfgoed van Henricus vanden Acker aan een zijde en het erfgoed van Aleydis, weduwe van Johannes de Esch, en haar kinderen aan de andere zijde, welke cijns Gerardus de Meerlair en Henricus vander Stappen, zoon van wijlen Johannes Ben, verkregen hadden. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Henricus vander Stappen deze cijns niet zal opeisen op welk erfgoed dan ook van Gerardus van Meerlaer.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0686

1466 mei 23

Johannes Monix en Willelmus de Ghent, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus Spierinc en Ghiselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, aan Wolterus Vos, zoon van Ghibo, beloofd hebben dat zij na zijn dood en die van Engela, zijn vrouw, weduwe van Thomas die Lu, aan het convent van de Predikheren in Den Bosch, een erfcijns van 2 £ uit alle erfgoederen van die fabriek zullen betalen.
Marge: ? ut in registro exposito ? fabrice acquitatus est XII aprilis anno ?
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0687

1466 juni 2

Johannes Monix en Enghelbertus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Martinus Monic, zoon van wijlen Jacobus Monic, zoon van wijlen Martinus Monic, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, heeft overhandigd:
  1. een erfcijns van 4 £ uit een zekere beemd, Die Werst, in de parochie Dynther op de plaats Die Gerendonc tussen het erfgoed van wijlen Leonius de Langvelt, Johannes de Dordrecht en Johannes de Bueghe aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Heyme, Egidius Stoerwegge en de Aa aan de andere zijde, welke cijns Martinus Monic van Willelmus Vos de Dynther verkregen had,
  2. een erfcijns van 6 £ uit dezelfde beemden, welke cijns Wolterus Sleyninc aan Willelmus Vos verschuldigd was en die hij aan Martinus Monic als borgstelling voor de betaling van die cijns van 4 £ had aangewezen.
Dorsaal:
  1. 4 £ die Henrick (Ghick inden ?) die Hinthamerstraet gilt,
  2. folio II Hinthamerstraet 4 £ (Van Uden).
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0688

1466 juni 16

Henricus de Kessel en Theoclericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus vanden Hezeacker gereed geld getoond had en zijn recht op terugkoop, naastings- en kwijtingsrecht op een erfcijns van 3 £ die Johannes, zoon van wijlen Willelmus Peters soen aan Johannes de Erpe, zoon van Arnoldus, overgedragen had en dat vervolgens Johannes de Erpe erkend had dat Willelmus deze rechten op die cijns had. Willelmus vanden Hezeacker is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Johannes de Erpe zijn rechten op die cijns overgedragen.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0689

1466 juni 16

Henricus de Kessel en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Willelmus Peters soen en van Gertrudis, dochter van wijlen Jordanus Hacken, weduwe van wijlen Jacobus Peters soen, aan Johannes, de Erpe, zoon van Arnoldus, heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ uit het huis en erf naast het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Vreza Snoecx aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth Beth de Bucstel aan de andere zijde, welke cijns Gertrudis van Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goeswijns soen, gekocht had.
Dorsaal:
  1. Dit syn die bryef van III libras payments int gilt in die Torenstraet,
  2. (witten ?) Henr. Goessensoen die snyder, nu Jan Keymp, her Goessoen Kemps soen canonick.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0690

1466 juni 21

Johannes Monix, Gerardus Symonis, Theodericus de Wetten en Enghelbertus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Willelmus Priem, voor hen verschenen is en op verzoek van de rechter in Den Bosch onder ede verklaard heeft dat zij een erfcijns van 4 £ bezit uit een huis, erf, hof, land en een stuk wei daaraan grenzend, die vroeger van Henricus de Volken waren, nu van Johannes vanden Pasch en van verscheidene anderen, in de parochie Roesmalen tegenover de kerk van Nuwelant tussen het erfgoed van Johannes de Kessel en Henricus Esselen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde en een einde, zich met het andere einde uitstrekkend tot aan het erfgoed van magister Gerardus de Vladeracken, doctor in de rechten, welke cijns Katherina meer dan 30 jaar geleden van Rodolphus Broes soen gekocht had en dat Katherina van deze cijns schepenakten had die in de grote stadsbrand van 13 juni 1463 verloren zijn gegaan. Johannes de Lyt, timmerman, en Reynerus Moers hebben voor bovengenoemde schepenen onder ede verklaard dat de verklaring van Katherina overeenkomstig de waarheid is.
Dorsaal:
  1. fabrica in Buscoducis,
  2. III verso,
  3. folio 95,
  4. Set te boeck Jan Bacx als gemechtichet,
  5. Expedit.
Zegels: 1e en 3e klein fragment, 2e ontbreekt, 4e zwaar beschadigd.
Nummer: 0691

1466 juni 21

Johannes Monix, Gerardus Symonis, Theodericus de Wetten en Enghelbertus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, dochter van wijlen Willelmus Priem, voor hen verschenen is en op verzoek van de rechter in Den Bosch onder ede verklaard heeft dat zij een erfcijns van 9 penningen, gewoonlijk stuvers genoemd, bezit uit een huis, erf, stuk land, en stuk wei, daaraan grenzend, die van wijlen Henricus de Volken waren, nu van Johannes vanden Pasch en van verscheidene anderen, in de parochie Roesmalen tegenover de kerk van Nuwelant tussen het erfgoed van Johannes de Kessel en Henricus Esselen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde en een einde en zich met het andere einde uitstrekkend tot aan het erfgoed van magister Gerardus de Vladeracken, doctor in de rechten, welke cijns Katherina meer dan 25 jaar geleden van Rodolphus Broes soen gekocht had en dat zij van deze cijns schepenakten had die in de grote stadsbrand van 13 juni 1463 verloren zijn gegaan. Johannes de Lyt, timmerman, en Reynerus Moers hebben voor bovengenoemde schepenen verklaard dat de verklaring van Katherina overeenkomstig de waarheid is.
Dorsaal: fabrica in Buscoducis.
Zegels: 1e onbeschadigd, 2e fragment, 3e licht beschadigd en 4e zwaar beschadigd.
Nummer: 0692

1466 juni 22

Acta ... in cymitherio ecclesie beati Petri in Oerschot

Notaris Henricus Beelarts, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Rutgherus, zoon van Johannes, aan een zijde, en Egidius, zoon van Johannes, aan de andere zijde, verklaard hebben dat het overeenkomstig de waarheid is dat wijlen Arnoldus Comenart, zoon van wijlen Egidius, aan Rutgherus in zijn testament vermaakt heeft een erfpacht van 14 lopenzaat rogge, Woenselse maat, welke men aan Arnoldus verschuldigd was in de parochie Woensel op de plaats Acht op voorwaarde dat Rutgherus aan Egidius, zijn broer, uit die erfpacht 1 maal zou betalen 7½ gouden peters en dat Egidius onder belofte, in plaats van een eed, in handen van de bovengenoemde notaris verklaard dat hij hierin door Rutgherus volledig voldaan is. Met als getuigen: heer Johannes Rodulphi en Theodericus de Ellaer uit het bisdom Leodium.
Dorsaal: Van cleynen importantien. (Vander Weeghe)
Nummer: 1308

1466 juni 23

Ghiselbertus Ghijsselen en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Ghiselbertus Lambrechs soen, aan Martinus de Amstel, zoon van wijlen Henricus de Amstel, barbier, verkocht heeft een erfcijns van 6 £, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar uit het huis en erf op de Hoge Steenweg tussen het erfgoed van Theodericus de Mersman aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Ghenen, kleermaker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes de Beerlikem.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0693

1466 juli 29

Henricus de Kessel en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus de Stapelen, Johannes vander Zydewynen en Theodericus Hubertssoen als dekens, Godefridus de Stakenborch, Henricus Zegerssoen, Johannes de Tuyl, Reymboldus de Os, Tielmannus vanden Perre en Franco de Broechoven, als buren en leden van het gilde van de Sint-Petrus- en Pauluskapel, daartoe gemachtigd door een akte van Lodovicus de Borbon, bevestigd elect van Leodium, aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Basyn, gegeven hebben tegen een erfcijns van 12½, pond het huis, erf en gedeelte van een zekere hof die vroeger van Amelius Yab waren, nu van de genoemde kapel, op het einde van de Orthenstraat tussen de genoemde kapel aan een zijde en het erfgoed van Martinus de Ampstel aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf de genoemde straat tot aan de genoemde kapel, genoemd dat Cruyswerk. De overdracht heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
  1. de dekens van die kapel zullen gehouden zijn elke week in die kapel een mis te laten lezen overeenkomstig het testament van wijlen Amelius Yab en wijlen Katherina, zijn vrouw,
  2. genoemde Theodericus mag de voorste gebouwen van dit huis, erf en hof opzij tegen die kapel aan bouwen, zo hoog als het hem goeddunkt, echter zodanig dat het licht door de ramen van de kapel kan binnendringen,
  3. Theodericus mag in de muur van de kapel zijn gebouwen door ankers of op een andere manier vastmaken, rechtop tot aan het raam van de kapel behoudens echter dat het licht van die kapel door zijn gebouwen het minst gehinderd wordt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1169

1466 september 3

Ghiselbertus Ghysselen en Theodericus de Wetten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus de Stapelen en Petrus Broeckriemmeker, als dekens van de fabriek en het gilde van de Sint-Petrus- en Pauluskapel, daartoe gemachtigd door zekere akten van Ludovicus de Borbon, bevestigd elect van Leodium, aan Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Nycolaus de Zuylen, schoenmaker, overgedragen hebben het huis en erf dat vroeger van Lambertus, zoon van Rodolphus de Teeffelen was, aan het eind van de Orthenstraat naast de voornoemde kapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, van welk huis en erf Rutgerus de Arkel de helft die aan Margareta, dochter van wijlen Rodolphus de Teeffelen toebehoorde, ten behoeve van de fabriek verkregen had en van welk huis en erf de voornoemde Rutgerus het vierde deel dat aan Henricus, zoon van wijlen Willelmus Tymmerman de Gestel bij Oesterwyc toebehoorde, ten behoeve van dezelfde fabriek verkregen had. Rodolphus, zoon van wijlen Hermannus Willemssoen, Theodericus en Rodolphus, broers, kinderen van wijlen Gerardus de Teeffelen, en Willelmus, zoon van wijlen Rutgerus Janssoen, en Aleidis, dochter van wijlen Arnoldus Stalpart, hadden ten behoeve van die fabriek op hun rechten op de vroegere helft van Margareta afgezien. Op dit huis en erf rusten de volgende cijnzen die er eerder van rechtswege uit betaald moesten worden:
  1. grondcijns aan de hertog,
  2. erfcijns van 1 pond oud geld aan Arnoldus Berwout,
  3. erfcijns van 2 pond aan de huisarmen van het Ortheneind,
  4. erfcijns van 10 schelling aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
Dorsaal: vanden huyse opt Ortheneynde van ( ? t) Forys.
Zegels: beide licht beschadigd)
Nummer: 1520

1466 oktober 24

Ricoldus die Borchgreve en Johannes Ghijsselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus Oem de Buchoven, zoon van wijlen Nycolaus Oem de Buchoven, Heer van Bochoven en van Olmen, en van wijlen Vrouwe Elizabeth, zijn wettige bedgenote, dochter van wijlen Martinus Monic, aan Vrouwe Aleydis, weduwe van Martinus Monic, zijn zus, overgedragen heeft de helft in een erfpacht van 3½ mud graan, Boxtelse maat, de helft in rogge en de helft in gerst, welke Jacobus, zoon van wijlen Jacobus vanden Hoevel verschuldigd was aan Johannes de Achel, zoon van wijlen Henricus de Achel, uit:
  1. een stuk land, gewoonlijk genoemd Die Bolke in de parochie Bucstel op de plaats Die Lutterlyemde tussen die Asschestraet aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Mynnemere en Johannes die Hoessche aan de andere zijde,
  2. ½ bunder broek op de plaats Lennenshoevel tussen het erfgoed van de Heer van Bucstel aan een zijde en het erfgoed van Heer Willelmus de Bucstel aan de andere zijde,
welke pacht Aleidis van Johannes de Achel verkregen had en welke pacht Nycolaus Oem en Vrouwe Aleidis door een erfdeling tussen hen en enkele medeërfgenamen samen met enkele andere erfgoederen verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1309

1466 oktober 25

Ricoldus die Borchgreve en Johannes Ghijsselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nicolaus Oem de Buchoven, zoon van wijlen Nicolaus Oem de Buchoven, Heer van Buchoven en van Olmen, en van Vrouwe Elizabeth, zijn wettige bedgenote, dochter van wijlen Martinus Monic, aan Vrouwe Aleidis, zijn zus, overgedragen heeft de helft van een erfpacht van 1 mud rogge uit het derde deel van een hoeve in Udenhout op de plaats Clapperscoer tussen de goederen van Johannes Lysscop en de goederen van wijlen Johannes Compeyn, welke hoeve 4½ hoeven omvat, en welke pacht Jacobus, zoon van wijlen Arnoldus Goebien van Cristianus Palart, zoon van wijlen Johannes Palart, gekocht had en welke pacht Nycolaus Oem de Buchoven en Vrouwe Aleidis bij een erfdeling tussen hen en hun medeërfgenamen samen met enkele andere erfgoederen verkregen hadden.
Zegels linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0694

1466 november 5

Rycoldus die Borchgreve en Johannes Ghijsselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Aleidis, dochter van wijlen Nycolaus Oem de Buchoven, aan Nycolaus Oem de Buchoven, haar broer, overgedragen heeft haar vierde deel in de helft van een erfcijns van 6 oude goudpenningen, gewoonlijk oude schilden genoemd, uit:
  1. huis en erf, 22 voet breed, achter de Visbrug, dat vroeger was van Johannes Meester,
  2. een zekere hoeve, Die Wuestscoet, in de parochie Gemonden en alle afhankelijke goederen van die hoeve,
welke cijns Martinus Monics van Willelmus vander Aa, zoon van wijlen Gerardus des Personenssoen, gekocht had.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: De akte is beschadigd en een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 0696

1466 december 28

  1. Wy Heinrick die Bye Hermans soin ende Bauken die Sterck Jans soin scepen in Driel tughen dat voir ons comen is
  2. Gherit Jan Gherits soin als witaftighe man ... Yden Goisswyn Loedewichssoin dochter ende heeft
  3. vercoft ... voir hondert gouden gulden goet ende ghene die hij ghiede dat hem betaelt sijn den brieff
  4. daer desen teghenwoerdighen brieff doirsteken is ende alle tgehant des briefs als daer ingescreven staet alsoe ver
  5. als die brieff ende tgehaut voirseyde ruerende sin aen die twe merghen lants geheiten tgemein stuck die inden
  6. brieff gescreven ende begrepen staen Willem van Nyewael Rolofssoin erflyck the besitten ende Gherit Janssoin als moimber
  7. syns wyfs Yden ...
  8. op die twe merghen lants voirseyde voert op een weyken geleghen inden gericht van Rossem buyten
  9. dycx teghen dit voirseyde lant tusschen Jan Aelbertssoin aen deen sijde beneden ende Jan van Rossem heren tot Zoelen aen
  10. dander syde waert op alle alsulcken recht als Aert Loedewichssoin voirseyde heeft aen enen rijsloten geleghen in den ghericht
  11. voirseyde teghen off aen dit voirseyde weyken na uytwisinghen ende ingehaut eens opens bezegelden briefs die Jan van
  12. Rossem den voirseyde Aert Loedewichs soin vanden rijsweert voirseyde gegheven heeft tot behoeff Willems van Nyewael voirseyde
  13. erflyck the besitten ...
  14. ende mit alsuicker vorwairden voert toeghedaen als oft saicke were dat dit voirseyde goet als lant weyken ende
  15. recht aen den rijsweert voirseyde den voirseyde Willem van Nyewael tot ennigher tijt mit ennighen rechten ontwijst off
  16. afgewonnen worde ende dat dat niet toe en queme van weghen Willems van Nyewael voirseyde dan soe gheloefde Aert
  17. Loedewichssoin voirseyde den voirseyde Willem ... hondert ende tnegentich gouden rijnschen gulden goet
  18. ende gheve ... binnen enen halven jaer naestvolghende den dach der
  19. ontwijsinghe ...
  20. In orconde onser letteren gegheven int jaer onser heren MCCCC sesendetsestich des sonnendaechs naden
  21. heylighen korsdach
Nummer: 1329?

1467 januari 23

Acta ... in domo inhabitacionis eorundem coniugum ... in vico Hijnthamensi in oppositum hospicii ... In Die Poert, videlicet supra quandam cameram altam posteriorem eiusdem domus

Notaris Franco de Langhel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Johannes Vynninck, goudsmid, burger van de stad Den Bosch, die in aanwezigheid en met uitdrukkelijke toestemming van Geerlaca, zijn wettige echtgenote, dochter van wijlen Jewanus Cnode, de volgende bepalingen heeft gemaakt:
  1. Hij herroept elk testament wat hij voor deze datum heeft gemaakt de schenking die hij vroeger echter ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft gedaan, blijft van kracht.
  2. Hij heeft aan de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 1 stuiver na zijn dood gegeven.
  3. Hij heeft ieder van de kapelaans van de Sint-Jan 1 maal 1 stuiver gegeven en ieder van de kosters aldaar ½ stuiver.
  4. een erfcijns van 2 £ uit het huis en erf in de Kerkstraat van wijlen Johannes Luedinx, bontwerker, meteen na de dood van de erflater en van Gerlaca, zijn vrouw.
Met als getuigen: de heren Rumuoldus Zavelberchs, beneficiant, en Johannes Tshazen, priesters in de Sint-Jan.
Dorsaal:
  1. II £ off XL schellingen Inde Kerckstraet opte hoeck vande Cortte Putstraet, (Vander Weeghe)
  2. Numero 30,
  3. Folio 30,
  4. F0110 56,
  5. Nieuw Legger, folio 80.
Nummer: 1592

1467 maart 1

  1. Wy Henrick van Rossem ende Henrick die Bye, Hermans soin, scepenen in Driel, tughen dat voir ons
  2. comen is Jan van Rossem, Heren Jans soin, ridders, Here tot Zoelen, ende heeft vercoft ende opgedraghen
  3. voir hondert gouden gulden goet ende ghene die hy ghiede dat hem betaelt sun twe merghen lants
  4. in alsulcker groetten als die mit recht geleghen sun in den ghericht van Rossem geheven tghemein
  5. stuck tussen Willem van Nyewael Rolofs soin aen deen syde boven Aert Loedeweichs soin ende
  6. Goisswim scrivers soin ende mitten anderen eynde buiten dycx op enen rysweert Willem van Nyewael
  7. voirseyde in enen eyghendom sonder chiins ende mit dijck dair mit recht toebehoirende opten voirseyde lande
  8. geleghen erflyck the besitten. Ende Jan van Rossem Here tot Zoelen voirseyde verteech op dit lant voirseyde
  9. hy geloefde dair op doen the vertijen alle die ghene die daer op mit recht vertijen sullen hij
  10. geloefde oick the waren Willem van Nyewael voirseyde dit lant voirseeyde jaer ende dach als recht is
  11. teghen alle die ghene die then recht comen willen ...
  12. In orconde onser letteren Gegheven int jaer ons Heren MCCCC sesende
  13. tsestich opten yersten dach inder maent geheiten meerte.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel.
Nummer: 1328

1467 april 4

Rycoldus die Borchgreve en Johannes Ghysselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta Lambrechts, moeder-overste, Agatha, dochter van wijlen Wolterus Meynarts, procuratrix, Weyndelmoedis, dochter van wijlen Zegerus Goeswyns, en Margareta, dochter van wijlen Johannes Bathen soen, zusters van Orthen, uit hun naam en die van de andere zusters, en met toestemming van heer Petrus Keyen de Dynslaken, biechtvader van de zusters, aan Petrus de Hedel, zoon van wijlen Johannes de Hedel, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £ uit het huis, erf en hof die vroeger van Theodericus Roevers, zoon van wijlen Jacobus, waren, nu van Petrus de Hedel, in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Franco Knoep, zoon van wijlen Franco Knoep, aan een zijde en het erfgoed van Nycolaus de Beke aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0697

1467 april 15

Johannes Ghijsselen en Gerardus Bathen soen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Johannes, natuurlijke zoon van wijlen Henricus Heester, broer van wijlen Henricus, zoon van Johannes, natuurlijke zoon van Henricus Heester, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfpacht van ½ mudzaat rogge uit:
  1. 6 lopenzaat rogge in de parochie Helvoert tussen het erfgoed van Wantgerus Colen soen de Lyemde aan een zijde en de gemeenschappelijke dijk die zich uitstrekt in de richting van Gestel aan de andere zijde,
  2. 4 lopenzaat rogge aldaar,
  3. de gebouwen op die 4 lopenzaat rogge,
welke pacht Amelius vanden Hoevel aan Rutgerus ten gunste van Henricus, zoon van Johannes, natuurlijke zoon van wijlen Henricus de Heester, had overgedragen. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze pacht onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0698

1467 april 25

Ricoldus die Borchgreve en Willelmus Pijckevet, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Vos, zoon van wijlen Henricus Vos, als wettige echtgenoot van Elizabeth, weduwe van Johannes Moll, zoon van wijlen Martinus Aleyten, en Elizabeth aan Henricus, Elizabeth en Mechtildis, kinderen van wijlen Everardus Jans soen en van wijlen Heylwig, overgedragen hebben een erfcijns van 20 schelling uit 2 kamers die vroeger waren van Petrus, zoon van wijlen Zebertus die Droescheerre, achter de Tolbrug tussen het erfgoed van Maria, weduwe van Willelmus vanden Yevelair, aan een zijde en het erfgoed van Heymericus, zoon van Petrus, aan de andere zijde, welke cijns Elizabeth van Johannes, zoon van wijlen Petrus, zoon van wijlen Petrus die Droechscheerre, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0699

1467 augustus 27

Ricoldus die Borchgreve en Willelmus Pyckevet, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Arnoldus, zoon van Johannes Goris soen, eeuwig rector van de vicarie van de kerk van Alem, ten gunste van Petrus, zoon van wijlen Arnoldus Peters soen, afstand heeft gedaan van een huis en hofstad in de parochie Lyt tussen het erfgoed van Johannes Swalu aan een zijde en het erfgoed van Byna, moeder van Johannes, zoon van wijlen Johannes Yugen de Lyt aan de andere zijde, welke aan Petrus waren overgedragen door Foyssa, weduwe van Johannes Luedinx de Uden en dat heer Arnoldus heeft beloofd dat als uit dit huis en hofstad meer betaald moet worden dan:
  1. een erfcijns van 40 schelling aan Foyssa,
  2. grondcijns aan de heren van de Saint-Lambertin Luik,
  3. een erfpacht van 1 mud rogge en een erfcijns van 20 schelling aan de vicarie van Lyt,
die daar eerder uit betaald moesten hij dit voor zijn rekening zal nemen. Op dit huis en hofstad rusten wel het onderhoud van de Maasdijken, gewoonlijk genoemd "hostedijcken".
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 700

1467 oktober 3

Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Stamelart vanden Kelre, als wettig echtgenoot van Lucia, dochter van wijlen Willelmus Loyer, bontwerker, weduwe van Theodericus de Strathen, en Lucia, aan Willelmus de Zittart overgedragen hebben als bruidsschat bij zijn huwelijk met Gertrudis, dochter van Lucia en Theodericus, het vruchtgebruik van Lucia in een erfcijns van 8 £ uit:
  1. een huis met zijn brug waarop dat huis gebouwd is naast de Onser Vrouwen Poert opzij in de richting van dat huis en erf genoemd Dat Wiltverken,
  2. een zekere kamer naast dat huis achter die poort naast het erfgoed van Arnoldus Toelinc,
welke cijns Egidius van Strathen, zoon van Egidius die cremer de Strathen, van Johannes Carnauwe, zoon van wijlen Johannes Carnauwe, kramer, gekocht had.
Dorsaal:
  1. 2.16.0 Jaerlijx uit het Gulden Harnas in de Vugterstraet,
  2. Willelmus de Zittart uut het Gulden Harnas,
  3. Folio 81,
  4. Numero 93,
  5. folio 45,
  6. folio 102.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel 2 fragmenten.
Nummer: 0701

1467 oktober 30

Johannes Spyker, zoon van Johannes, en Petrus de Drueten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus de Rode, zoon van wijlen Arnoldus Smeeds de Rode, en Johannes, zoon van wijlen Johannes Rombouts, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hebben een zeker erfgoed Die Aude Stoel aan het kerkhof van de Sint-Jan met zijn afhankelijke goederen tussen de overige erfgoederen van Willelmus en Johannes aan een zijde en het kerkhof aan de andere zijde en een einde en met het overige einde aan het erfgoed van Willelmus Snackaert die sceerslyper.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0702

1467 december 30

Johannes de Aa en Godefridus Cleynael, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Adrianus, zoon van wijlen Godefridus Yewaens, als echtgenoot van Agnes, dochter van wijlen Willelmus Reyners soen, aan Johannes de Lytt, timmerman heeft overgedragen alle goederen die hij en Agnes door de dood van Mechtildis, weduwe van Henricus vander Hagen, later echtgenote van Johannes de Lytt, geërfd had en door de dood van Johannes de Lytt zou erven.
Zegels: beide zwaar beschadigd. Nummer: 0703

1468 februari 5

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo septimo

Johannes Spiker, zoon van Johannes, en Godefridus Cleynael, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Erpe, zoon van Arnoldus, aan Johannes Spierinc, als meester van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch, ten gunste van die Tafel heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ uit het huis en erf naast het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Vresa Snoecx aan een zijde en het erfgoed van Elisabeth Beth de Bucstel aan de andere zijde, welke cijns Johannes de Erpe, zoon van Arnoldus, van Johannes, zoon van wijlen Willemus Peters soen, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0704

1468 maart 5

Int Jair ons Heren dusent vierhondert soeven ende tsestich

Scepenen, geswoeren raidslude diemen noempt ledige lude, dekenen vanden ambachten, een deel der goeder knapen en alle die gemeyn stat van Shertogenbosch, oorkonden dat zij aan Pauwels, wettige zoon van Goyart Moens en van Lysbet, diens huisvrouw, natuurlijke dochter van Jan heren Gerits soen, verkocht hebben een lijfrente van 6 rijnsgulden die Pauwels zal mogen verkopen aan poorters en ingezetenen van Den Bosch en de Meierij.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1793

1468 april 6

des woensdachen na den sonnendach alsmen singt ... Iudica

Sander Jacobs soin van Veltdriel en Henrick Brants som, schepenen in Driel, oorkonden dat Claes Aerts soin aan Goisswyn Aelberts som verkocht heeft een deel van een weert en een rijsweert met de afhankelijke goederen waarop Jan Aelbertssoin eertijds recht op had en die gelegen zijn in het ghericht van Rossem buiten de dijk tussen het erfgoed dat eertijds was van Aert Loedwichssoin aan een zijde en de hele weert en de rijsweert en het erfgoed Den Hoyst aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de dijk tot aan het diepe punt van de Waal.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Een akte van 1469 mei 7 is getransfigeerd door deze akte.
Nummer: 0708

1468 april 19

des diinxsdaechs naden heylighen Paesdach

(?) Alaerts soin en Heinrick Brants soin, schepenen in Driel, oorkonden dat (?) Sloet aan heer Willem van Heeze, kanunnik der kerk in Rossem, verkocht heeft voor 40 goudgulden, die hem uitbetaald zijn:
  1. 5 hont land in het gericht van Rossem op Die Sevensgheerden tussen het erfgoed van Jan vanden Sloet aan een zijde en het erfgoed van Agnes, die vrouw was van Aert Aert Copperts soin aan de andere zijde,
  2. de sloot langs dat stuk land.
N.B. 1: Door deze akte zijn getransfigeerd:
  1. een akte van Dirck Ghysbertssen en Willem van Driel Lambertssen, schepenen in Driel, gedateerd 1516 juli 12,
  2. een akte van ? van Rossem en Steven Goisswyn Sanders soin soin, schepenen in Arckell, gedateerd 1487 juli 15,
  3. een akte van ? aci en Ghijsbert Hack, schepenen in Driell, gedateerd 1485 mei 26.
N.B. 2: Een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1406

1468 mei 21

Johannes Spiker, zoon van Johannes, en Godefridus Cleynale, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wolterus Wal, zoon van wijlen Johannes Wal en van Gertrudis, dochter van wijlen Jacobus Kesselman, aan Arnoldus Gherijs, zoon van wijlen Ghibo Gherijs, heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ die als volgt is samengesteld:
  1. een cijns van 20 schelling welke Johannes, zoon van Bertha, bontwerker, verschuldigd was uit zijn huis, erf en aangrenzende kamer waarin Johannes tegenwoordig woont op de hoek van de Kerkstraat tegenover het huis van wijlen heer Gerungius, vroeger investiet van de parochiekerk van Den Bosch,
  2. 40 schelling welke Johannes Bruninck de Orsoyen, gehuwd clericus, uit de kamer waarin hij woonde en de grond daarvan in de Kerkstraat verschuldigd was,
welke cijns van 3 £ Emondus de Ghemert, zoon van wijlen Johannes Elyas, van Franco de Osse, ketellapper, en Cristina, diens vrouw, verkregen had.
Dorsaal:
  1. Arnoldus Gherys Ariaen,
  2. ? tiet is den brief van 3 poenden in die Kerckstraet ? enen huis ende enre kameren daer bi staende ende int huis woent Ariaen Moex Hoet.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0705

1468 juli 7

Goert van Hees, Lambert Ghysberts sone, Willem van Beest, Arnt Hagen, Goert Box Jans sone en Peter Jans sone, schepenen in Lyt, oorkonden dat joncker Jan van Marbeys, kanunnik van de Saint-Lambert in Luik als gemachtigde van het kapittel op raad van de schepenen en met toestemming van de gezworenen van Lith aan Cosyn Jacops sone uitgegegeven heeft uitgegeven 7 roeden gement tussen het erfgoed van Jan Colne aan de ene zijde en het erfgoed van Peter Jans soen aan de andere zijde tegen een betaling die vermeld wordt in het rentmeestersregister van het kapittel.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0706

1468 juli 18

Acta ... in camera habitacionis dicti testatoris

Notaris Theodericus Blerinct, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Johannes, zoon van wijlen Otto Gerardi, wonend in de Hinthamerstraat naast de stadspoort waarin hij met uitdrukkelijke toestemming van Margareta, zijn vrouw, de volgende legaten heeft geschonken aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert 1 maal 2 stuivers,
  2. de Sint-Jan een erfpacht van ½ mud rogge uit al zijn goederen na de dood van de erflater en diens echtgenote.
Met als getuigen: Goeswinus, zoon van Johannes vanden Hoevel, Henricus, zoon van Henricus Bloymans, en Matheus, zoon van Matheus Manswerck.
Nummer: 1593

1468 augustus 18

Johannes Spiker, zoon van Johannes en Godefridus Cleynael, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Tyelmannus en Wolterus, broers, kinderen van wijlen Theodericus Blocmans, aan Johannes, zoon van wijlen Wolterus Huben, overgedragen hebben de helft van 1 bunder en 20 roeden broek in de parochie Oesterwyck op de plaats Udenhout op de plaats Reyt tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Irnoldus Houtappel aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Langerbeen aan de andere zijde, welke bunder en roeden Theodericus van Wolterus, zijn vader, verkregen had en dat die helft jaarlijks geruild wordt tegen de andere helft van die bunder en de roeden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0707

1468 augustus 18

Johannes Spiker, zoon van Johannes, en Godefridus Cleynael, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Gherit van Meyensvoert en Willem van Cuyck, schepenen in Oesterwyck, gedateerd op 1433 juni 29 (op Sunte Peters- ende Pauwels dach der apostelen) gevidimeerd hebben. Henricus de Esch is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij de gevidimeerde akte ten gunste van hem zelf en van Johannes, zoon van Wolterus Huben, in bewaring heeft en hij heeft beloofd dat hij deze akte aan Johannes zo vaak zal overhandigen als deze ze voor de uitoefening van zijn rechten nodig heeft, echter op voorwaarde dat als hij zijn recht gehaald heeft hij de akte aan Henricus zal teruggeven die ze voor hen beider gebruik zal bewaren.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop hij oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1594

1468 oktober 31

Tylmannus Pyckevet en Ghyselbertus Pels, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, aan Willelmus Pyckevet had overgedragen haar vruchtgebruik in het vierde deel van alle erfgoederen die Bartholomeus bij zijn dood bezat en dat vervolgens Willelmus aan Tielmannus Pyckevet, zijn broer, dat zelfde vierde deel van die goederen had overgedragen. Tielmannus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Gertrudis, weduwe van Bartholomeus overgedragen het vierde deel dat hem toebehoorde in:
  1. erfpacht van 1 mud rogge uit een stuk landbouwgrond, Dat Brederot, 1 mudzaat groot, in de parochie Haeren op de plaats Belver, welke pacht Bartholomeus van Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Appels, verkregen had,
  2. erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere beemd, Die Scheepdonc, in de parochie Bucstel op de plaats Lennenshoevel, welke pacht Bartholomeus van Willelmus vanden Pettelaer verkregen had,
  3. een erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere morgen land in de parochie Nuwelant op de plaats In Die Corthoeven, welke pacht Bartholomeus van Beatrix, dochter van wijlen Bernardus Gerits soen verkregen had,
  4. een erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere hoeve in de parochie Strijp op de plaats Welpscot, welke pacht Bartholomeus van Henricus, zoon van wijlen Lucas Smeeds, verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1310

1468 december 8

Acta ... in domo testatoris ... in Arnt Berwoutstraet ...

Notaris Johannes Kerberch de Erffordia, clericus van het bisdom Moginantium, instrumenteert het testament van Wilhelmus, zoon van Lucas Bartholomei, burger van de stad Den Bosch, waarin hij het volgende heeft bepaald:
  1. Hij wil bij de Minderbroeders in Den Bosch begraven worden.
  2. Hij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal na zijn dood 3 witte stuivers.
  3. Hij heeft vermaakt aan de Minderbroeders in Den Bosch voor zijn eeuwige memorie en voor zijn graf een erfcijns van 7 £ oud geld, die Lonis van Lanckvelt hem nu verschuldigd is uit de parochie Sint-Odenrode.
  4. Hij wil aan de armen 1 maal snel na zijn dood geven 6 mud rogge uit zijn onroerende goederen geven
  5. Hij heeft vermaakt aan aan de kerkfabriek van de Sint-Jan en aan de kerkfabriek van de Sint-Pieter in 0irschot beiden de helft van zijn hoeve in de parochie Orscot met al zijn afhankelijke goederen, namelijk landerijen, weiden, akkers en heiden.
  6. Hij heeft vermaakt aan de naaste erfgenamen van zijn eerste vrouw na zijn dood een erfpacht van 5½ mud rogge uit zijn goederen op de plaats Spoordunck in de parochie Orscot op voorwaarde dat de overleden erfgenamen dezelfde portie krijgen als de levenden en in zaken die gewoon voorkomen op dezelfde wijzen.
  7. Hij heeft vermaakt na zijn dood aan de vrouw van wijlen Daniel Glasmaker in de stad Den Bosch een erfpacht van 1 mud rogge uit zijn goederen in Orscot.
  8. Hij heeft vermaakt na zijn dood aan Belien, de vrouw van Johannes Costers, wandsnijder, 1 mud rogge uit zijn goederen in Orscot,
  9. Hij heeft vermaakt aan Katherina, dochter van Katherina de Spordunck 1 x 1 mud rogge uit zijn goederen.
  10. Hij heeft vermaakt na zijn dood aan Albertus, zoon van Hennicus Blossen, 1 x 10 gulden uit zijn roerende goederen.
  11. Hij heeft gevraagd om een dertigtal missen te laten lezen op zijn eigen kosten voor zijn zieleheil door heer Theodericus Blerinck, zijn biechtvader.
  12. Hij heeft vermaakt aan Wolterus Steenken, zijn buurman, zijn zwarte toga met een wit laken afgezet.
  13. De erflater heeft vermaakt aan Katherina, zijn dienstmaagd, voor de diverse diensten die ze hem in haar zwakheid heeft bewezen, 1 maal na zijn dood 5 rijnsgulden uit zijn roerende goederen.
  14. De erflater heeft bepaald dat al zijn overige roerende en onroerende goederen zullen vererven aan Willelmus, zijn wettige zoon.
  15. De erflater heeft als zijn executeurs aangesteld Henricus Bloess die afwezig is, Wilhelmus Bloess en Johannes, koster en wandsnijder, die aanwezig zijn en heeft hen volmacht gegeven om zijn goederen te verkopen, vervreemden en te bezwaren.
Met als getuigen: Johannes, wettige zoon van Wolterus Buessen, Adrianus, wettige zoon van Gijsbertus de Esch en verscheidene anderen.
Nummer: 1595

1468 december 29

Acta ... in camera habitacionis ipsius Elyzabeth ... in curia beghinarum

Notaris Godefridus Hels de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, oorkondt dat Elizabeth, dochter van wijlen Johannes Pryem de Haren bij Oesterwyck, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, ten gunste van de tweede fundatie van het Willibrordusaltaar in de kerk van dat begijnhof de hierna vermelde inkomsten heeft geschonken zodat de rector van die fundatie meteen zal beginnen met een wekelijkse mis te lezen, of door een geschikte priester te laten lezen, een mis van het jaargetijde met daarin een speciale gedachtenis en de collecta die hierbij hoort voor Elizabeth en haar ouders.
  1. een vast inkomen van 11 oude groten en 6 penningen, welke de erfgenamen van Engbertus Smeets aan Elizabeth uit hun (niet gespecificeerde) goederen verschuldigd zijn,
  2. een vast inkomen van 7 oude groten en 6 penningen, welke de kinderen van Petrus Stockmans Elizabeth verschuldigd waren uit hun (niet gespecificeerde) goederen en onderpanden,
welke 2 bedragen Johannes Pryem, zoon van wijlen Henricus Pryem, van Henricus van Haren, zoon van wijlen Johannes van Haren, samen met enkele andere cijnzen gekocht had en welke cijnzen Catherina, zus van Elizabeth, aan Elizabeth de andere helft had overgedragen
  1. 11 oude penningen en 2 cijnshoenderen, welke Johannes de Spina verschuldigd is uit zijn goederen in Haren, en welke cijns Henricus de Haeren bij een erfdeling gekregen had,
  2. een erfcijns van 6 £ uit een huis, erf, hof en aangrenzend stuk grond, 9 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats len Den Borne tussen het erfgoed van Henricus (Baraen Ecker ?) aan een zijde en het erfgoed van Aleidis, weduwe van Johannes de Esch, en haar kinderen aan de andere zijde, welke cijns Gerardus de Meerlaer, zoon van wijlen Henricus, en Henricus vander Stappen, zoon van wijlen Johannes vander Stappen, van Rodolphus, zoon van wijlen Jacobus Bey, verkregen hadden en van welke cijns Henricus vander Stappen 1 helft van Gerardus de Meerlaer verkregen had,
  3. een erfcijns van 1 £ (uit niet gespecificeerde goederen).
Van deze bovengenoemde inkomsten zal Elizabeth 2 £ als vruchtgebruik hebben. Met als getuigen: heren Johannes Duven de Doesborch en Henricus Brant, zoon van Herbertus de Buscoducis, priesters van het bisdom Leodium.
Nummer: 1776

1468 december 29

  1. ... 0uod Anno a Nativibate Dornini millesimo quadringentesimo sexagesimo octavo ... mensis decembris die vicesima nona ...
  2. constituta ...
  3. Elizabeth, filia quondam Johannis Pryems de Haren prope Oesberwyck, beghina maioris curie beghinarum opidi de B.D. ...
  4. per augmentatione eiusdem
  5. secunde fundabionis ac pro suo et suorum progenitorum animarum salute de bonis et rebis suis a domino Deo ... collatis et concessis a. et p.r. subscriptos ad opus eiusdem
  6. secunde fundabionis et illius pro tempore rectoris sub modo, forma et condicionibus subscriptis dedit ... quod rector ipsius secunde fundationis in ipso altari sancti Willibrordi ... adstatim inchoando
  7. perpetuis futuris temporibus singulis septimanis dicet et celebrabit ... per se vel alium presbyterum ydoneum niissam unam de tempore ... legendo atque pro ipsa Elyzabebh fundatrice suisque
  8. parentibus specialem memoriam (cum ?) collectis ad hoc ordinatis. Ita quod de hijs negligentia seu defecbus non committatur. Pro deie autem dicte misse sic ut premibtibur ordinate ... et sustentabione rectoris
  9. eiusdem sepefaba Elizabeth fundatrix dedit ... In primis undecim grossos anique pecunie et 6 den. a. et h.r. quos heredes Engberti ... Smeets, sibi Elizabeth
  10. annuo ex suis bonis exsolvere benentur. ... Insuper 7 grossos antique pecunie et 6 den. a. et h.r. quos liberi Petri ... Stockmans sibi annuo exsolvere tenentur ex certis suis bonis et contrapig-
  11. noribus eb quos 11 grossos ... et 6 den. necnon 7 grossos eiusdem monete et 6 den. Johannes ... Pryem, filius quondam Henrici Pryems, erga Henricum ... van Haren, filium quondam
  12. Johannis van Haren ... cum quibuscumque alijs censibus emendo acquisierat ... et quos census Catherina, soror ipsius Elizabeth, quod ad alberam medietatem eidem Elizabeth
  13. leg. et her. supportavit ... Insuper 11 denarios antique pecunie et duos pullos a. et h.c. quos Johannes ... de Spina
  14. ... exsolvere tenetur ex certis suis bonis ... in Haren et qui census quondam Henrico de Haeren mediante quadam divisione ...
  15. Insuper a. eb h.c. ...
  16. ex domo, area ac orto eb petia terre sibi adiacente, novem lopinatas terre ... in parochie de Scynle ad locum ... Aen Den Borne inter her. Henrici (Baraen Ecker ?)
  17. e.u.l. et inter her. Aleidis, relicte quondam Johannis de Esch, et eius liberorum e.a.l., quem censum Gerardus ... de Meerlaer, filius quondam Henrici, et Henricus dictus vander Stappen, filius
  18. quondam Johannis vander Stappen, erga Rodolphum, filium quondam Jacobi Bey acquisierant et quem censum 6 £ dictus Henricus vander Stappen quo ad unam medietatem eiusdem census erga dictum Gerardum de
  19. Meerlaer acquisierat ...
  20. Addito insuper per ipsam Elizabeth ... ad opus misse
  21. pretacte ... adhuc 1 £ a. et h.c. ...
  22. Ita quod dumtaxat 2 £ de redditibus supradesignatis et resignatis pro alimentacione et necessarijs vite sue quo ad suum usufructum habebit done et quovisque pretactam £ assignarunt et affectarunt
  23. Acta
  24. fuerunt hec in camera habitacionis ipsius Elyzabeth ... in curia beghinarum ... Presentibus ibidem ... dominis
  25. Johannes ... Duven de Doesborch et Henrico Brant, filio Herberti de Buscoducis, presbyteris Leodiensis dyocesis ...
  26. Et ego Godefridus Hels de Buscoducis, clericus Leodiensis dyocesis ... notarius ...
Dorsaal: pro domino Henrico de Bronchorst.
Nummer: 1776

1470 april 12 of 1469

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono

Nycolaus de Berkel en Willelmus de Busco, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Moellenere, zoon van wijlen Henricus Costkens soen, in afwezigheid van de rector van de Sint-Maria- en de Sint-Corneliuskapel in Myddelrode, gereed geld getoond heeft en zijn recht op terugkoop, naastings- en kwijtingsrecht op een kamp in de parochie Beerlikem op de plaats Middelrode op de plaats Aen Tyewat, dat Henricus, zoon van wijlen Henricus Costkens, aan magister Willelmus de Busco ten gunste van die rector verkocht had.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
N.B.: 1470 is een lang paasjaar.
Nummer: 0718